Vraag het de zij-instromer

Wil je ook meester/juf worden? Heb je vragen? Vraag het de zij-instromer!

Door Roel van der Vossen: Als zij-instromer krijg ik vaak vragen over mijn overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs. Vrienden, vrienden van vrienden en onbekenden weten mij ondertussen te vinden als ze zich aan het oriënteren zijn op deze overstap. Het zijn leuke gesprekken om te voeren. Alle vragen en onzekerheden waar ik zelf mee te maken kreeg komen weer voorbij. Ik besef mij elke keer dat het niet zomaar een stap is geweest. Welke vragen er dan gesteld worden? Ik deel graag de antwoorden op de 3 meest voorkomende ‘vraag het de zij-instromer’ vragen met jullie.

Gezin en sociaal leven

De eerste vraag gaat vaak over de combinatie van werk en privé. Mijn vrouw (Docente op een HBO) en ik hebben samen 3 jonge kinderen van 1, 3 en 5 jaar. Ondanks de drukte thuis lukt het om ons gezin te combineren met mijn studie en ons werk. Ondanks dat ik nu een stuk minder indelingsvrijheid heb dan daarvoor.

Het lukt omdat ik 4 dagen in de week werk. Hiervan heb ik 1 dag als studiedag. Die dag sta ik dus niet voor de klas maar heb ik tijd om te studeren. De 5^e dag is voor mijn kinderen of mijn studie. Dit hangt af van de opdrachten en tentamens die ik moet maken. De weekenden houd ik vrij voor ons sociale leven en tijd met elkaar. De vele vakanties zijn natuurlijk de uitgelezen mogelijkheid om te studeren en tijd aan het gezin te besteden.

Studie en planning

Vraag twee heeft meestal betrekking op de studie. Is het veel? Ben je er dag en nacht mee bezig?  Ik studeer naast het voor de klas staan. En eerlijk? Dat is voor mij de grootste opgave. Voor de klas staan gaat mij goed af. Net als leren in de praktijk. Ik kan goed reflecteren en bijsturen als ik ergens tegenaan loop. Bij mijn studie is het een ander verhaal. Daar moet ik echt goed voor gaan zitten. Dat was vroeger al zo. En dat is nu niet anders. Al ben ik wel gedisciplineerder en vooral gemotiveerder dan toen. Er is alleen wel veel meer afleiding en er zijn meer verantwoordelijkheden waar ik rekening mee moet houden.

Ik heb dit opgelost door een goede planning te maken. Die heb ik samen met mijn vrouw opgesteld en met Hogeschool InHolland (leercoach) besproken. Dit vergt veel tijd en verdieping in de stof en de opdrachten. Met als resultaat een realistische planning en ik weet exact waar de zwaartepunten liggen. De afgelopen tijd is het vooral ook een dynamische planning gebleken. Want de Coronacrisis had ik uiteraard niet meegenomen. Dus wees niet bang om een planning regelmatig aan te passen als dat nodig blijkt.

Financieel

En dan het financiële aspect. Vaak niet de eerste vraag, maar wel voor velen de belangrijkste. De overstap van het bedrijfsleven naar het onderwijs heeft (meestal) effect op inkomsten en uitgaven. In mijn situatie betekende het een grote terugval in inkomen. Ook de auto, telefoon en onkostenvergoedingen “van de zaak” zijn verledentijd.

Dit is ook de lastigste vraag. Iedereen zijn financiële situatie en flexibiliteit is anders. Het belangrijkste is om ervoor te zorgen dat je vooraf weet waar je aan toe bent. Ik heb voordat ik aan het traject begon eerst afspraken gemaakt met de school over mijn inschaling (daar hadden ze in mijn geval een stichtingsbreed protocol voor). En ik heb aan de hand hiervan al onze inkomsten en uitgaven op een rij gezet. Daarna hebben we veel keuzes gemaakt en ik monitor alle financiële stromen. Een extra taak? Ja absoluut. Maar het brengt ons veel rust om precies te weten hoe we ervoor staan. En het maakt mijn droom mogelijk.

Conclusie

Elke situatie is uniek en voor iedere zij-instromer is er een andere weg. Maar deze vragen zijn de vragen die steeds terugkomen in alle gesprekken. Mijns inziens is het vooral belangrijk om veel te praten, te plannen, te monitoren en bij te sturen. Een vaardigheid die je sowieso als juf of meester nodig hebt. Dus dan kan je er maar beter ook direct mee beginnen!

Eerdere blogs van Roel vind je hier.