Buitenlessen: tips voor de bovenbouw

Buitenlessen: 14 tips

Door Femke: De meeste lessen geef ik in mijn klaslokaal. Voor dit blogartikel ging ik op zoek naar manieren om buiten les te geven. En wat blijkt? Veel vakken kunnen ook buiten gegeven worden. Ik geef je 14 tips voor buitenlessen voor de bovenbouw, en hoop dat je binnenkort ook (een deel van je) les buiten geeft. De meeste werkvormen zijn overigens prima toe te passen in alle groepen 😉

Volgorde

Geef alle kinderen een kaartje. Laat ze vervolgens op de juiste volgorde in een rij gaan staan. Op het kaartje kan een (komma)getal staan, een woord of een historische gebeurtenis. De volgorde is dan respectievelijk: van klein naar groot, op alfabetische volgorde en chronologisch. Dit is een uitstekende startactiviteit. Vanuit de rij kun je bijvoorbeeld tweetallen of groepjes maken.

Tafel-hinkelpaden

Verdeel de klas in groepjes en geef elk groepje de opdracht met stoepkrijt een hinkelpad te maken dat bij een tafel hoort. Natuurlijk kun je kiezen uit de tafels 1 t/m 10, maar hoe leuk is het om de tafels van 11 t/m 20 te oefenen?!

Plattegrond tekenen

Laat de kinderen met stoepkrijt een plattegrond maken van het schoolterrein. Hoe ouder de kinderen, hoe meer eisen (details) je kunt stellen.

Cirkeldiagram maken met kinderen

Ga met de kinderen in de kring staan. Stel een vraag: “Welke sport beoefen je?”. De kinderen met hetzelfde antwoord gaan naast elkaar staan, maar nog steeds in een kring.
Nu heb je een cirkeldiagram gecreëerd. Die kun je zichtbaarder maken door hem met stoepkrijt te tekenen op de tegels. Vervolgens kijk je of je percentages of delen kunt berekenen.

Meten

Laat kinderen met stoepkrijt rechthoeken tekenen op de tegels. Nummer daarna alle tekeningen. Vervolgens gaan de kinderen elkaars rechthoeken meten en bepalen ze de omtrek en oppervlakte.

Spelling

Dit spel gaat zoals “Ratten en raven”.
De kinderen staan in een tweetallen in een rij, met de ruggen tegen elkaar. De ene rij is een spellingcategorie, bijvoorbeeld Franse leenwoorden en de andere rij is een andere categorie, bijvoorbeeld Engelse leenwoorden.
Als de leerkracht een Frans leenwoord noemt, moeten leerlingen uit die rij hun maatje tikken. De andere rij moet dus wegrennen. De lopers zijn vrij, als ze over een bepaalde grens zijn gelopen.
Als de leerkracht een Engels leenwoord noemt, is het precies andersom.
Het leukste is, als je als leerkracht een verhaal voorbereid waarin de categorieën verstopt zitten.

Spreekwoorden

Geef de kinderen kaartjes met daarop spreekwoorden. Laat ze vervolgens in groepjes de spreekwoorden uitbeelden en raden. Wat ook kan: Laat ze de uitgebeelde spreekwoorden fotograferen met hun mobiele telefoon. Verzamel alle foto’s en maak zo een quiz voor bijvoorbeeld een parallelgroep.

Woordsoort benoemen

Maak vier grote vakken op het schoolplein en schrijf in elk een woordsoort. Bijvoorbeeld: werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel en zelfstandig naamwoord.
Roep een woord, geef denktijd en tel af: “3, 2, 1!”. Daarna rennen de kinderen naar het goede vak.

Zinsontleden

De leerlingen werken in tweetallen. Leerling A verzint een zin en schrijft die met stoepkrijt op de tegels. Leerling B verdeelt de zin in zinsdelen (met een andere kleur) en zet de goede namen (persoonsvorm, lijdend voorwerp) onder de zinsdelen. Daarna draaien de leerlingen de rollen om.
Als je in viertallen laat werken kunnen de twee tweetallen elkaars werk controleren en eventueel corrigeren.
In plaats van de namen van de zinsdelen op laten schrijven, kun je ook genoeg kaartjes maken, die de kinderen erbij leggen.

Wereldoriëntatie

Alle kinderen maken een of meer kaartjes met vragen over het hoofdstuk van aardrijkskunde, geschiedenis of natuur. Deze kaartjes nummer je en hang je verspreid over het schoolplein. Op deze manier heb je zonder veel voorbereiding een fantastisch Zweeds Loopspel gemaakt. Ideaal om de komende toets voor te bereiden.

(Voor)lezen

Zoek een plaats waar kinderen lekker in hun leesboek kunnen lezen. Of laat ze in een kring zitten en lees je groep voor.
Wat je ook kunt laten doen in tweetallen: de een leest voor uit het eigen leesboek en de ander beeldt uit of maakt een tekening van wat hij hoort.

Drama

Verdeel de kinderen in groepjes. Ieder groepje bereid een toneelstukje voor. Bijvoorbeeld in het thema waarover je die periode lesgeeft.
Na 15 minuten verzamelt iedereen zich voor de voorstellingen. Die kunnen buiten of binnen zijn. HIER vind je dramakaarten die passen bij anderhalve meter.

Mix & Koppel

De activerende werkvorm Mix & Koppel kun je met droog weer altijd buiten doen. ?

Creatief

buitenlessen bovenbouw
Maak je kunstwerk buiten!

Laat de kinderen iets precies natekenen wat buiten te zien is. Verzamel alle tekeningen en laat de klas per tekening raden waar de tekening gemaakt is. Nog beter: laat ze rennen naar die plek!

Buitenlessen: praktische tips voor

  • Doe de uitleg binnen;
  • Een activiteit buiten kost soms extra tijd;
  • Laat je collega’s even weten dat je een buitenles gaat geven. Vooral degene met een lokaal dat grenst aan het schoolplein;
  • Kies buiten een centrale plaats voor jezelf;
  • Geef drukke kinderen een taak. Laat ze bijvoorbeeld de materialen vasthouden of de tijd bijhouden;
  • Doe een buitenles op de dag dat je stagiair er is en doe het samen;
  • Als kinderen moeten schrijven of tekenen op een blad, neem dan klembordjes of boeken met een harde kaft mee;
  • Het is handig als je standaard stoepkrijt in je klas hebt.

1 reactie

  1. […] Dit blogartikel is eerder gepubliceerd op Onderwijswereld-PO […]

Laat een reactie achter