Om te kunnen worden wie je bent.
Door Jeroen Goes: Ik woonde net enkele maanden in mijn nieuwe woning in Utrecht. Slechts 4 maanden gescheiden na een ontzettend fijn en lang samenzijn met mijn vrouw en onze twee zoons belde de voorzitter van de PO-Raad op; ‘Jeroen, er is een plek vrij op de PO-Raad boot bij de canal-pride in jouw stad. Stap je op, ga je mee door de Utrechtse grachten?’ Zonder enig moment na te hoeven denken kleedde ik mij aan en spoedde ik naar de opstapplaats.
Waar ik een jaar daarvoor nog met speciale verstopte gevoelens aan de kade had staan kijken nam ik nu opgewonden plaats op de onderwijsboot. De zon die straalde, de alcohol smaakte mij heerlijk en alleen ik hier van een ieder op de boot en aan de volle kades aanwezig wist waarom ik hier zo glunderend stond de dansen. Ja en mijn lieve ex die ik een foto appte. Ze antwoordde me: ‘Dit moet ontzettend goed voor je voelen om hier te mogen staan dansen. Geniet er van!’.
De scholenboot
Aan de kade stonden kinderen met hun ouders. Ik zag ze roepen, wijzen en zwaaien: ‘kijk dat is een boot van de scholen!’ Ergens verderop zag ik een van onze medewerkers. Zij de leerkracht, ik de bestuurder. Ze keek blij verrast en zwaaide me enthousiast toe. Later bij een schoolbezoek vertelde ze nog eens hoe prachtig ze het vond dat haar bestuurder met de canal-pride op de boot stond. Ik was nog niet uit de kast, maar dat maakte voor haar niet eens uit.
Ik danste, enigszins dronken van de heerlijke combinatie van de zon, alcohol maar vooral van het intens geluk om hier te kunnen staan. Als er maar 1 kind zal zijn die nu denkt: kijk op school mag je homo zijn, dan doen we hier al fantastisch prachtig werk. Zo dacht ik. En ik gooide nog maar weer eens kleurige prularia naar een van de kinderen aan de kant. Wees wie je bent, mag zijn wie je bent, dacht ik bij de worp naar de kant.
Uit de kast
Enkele maanden later, in die zomer van 2019, kwam ik uit de kast. Aan mijn vrienden, aan mijn volwassen zoons, steeds weer mocht ik het van mezelf vertellen. Nadat in het najaar van 2018 mijn totale innerlijke ik in een eenzame vakantie op Terschelling als een vulkaan was geëxplodeerd. Tot dat moment, tot het najaar van 2018, waren die diepgewortelde gevoelens verstopt gebleven. Tot het werkelijk niet meer anders kon. Anders dan velen in een zelfde soort situatie, kan ik gelukkig stellen dat ik ondanks dit alles een prachtig mooi leven heb gehad.
Maar veel meer dan ik kon vermoeden bracht het uit de kast komen ook mijn ware identiteit met zich mee. Het gaat allang niet meer alleen over de liefde en de aantrekkingskracht die ik tot mannen heb ervaren en ervaar. Het gaat om wie ik ben, mijn eigen identiteit, mijn ware ik wie ik van mezelf mag zijn. Met het verstoppen van de homosexuele man in mij, verstopte ik al die jaren mezelf, mijn kleur, mijn zijn, mijn ware ik.
Leerkracht: Hou ogen open
De juffen, meesters, docenten van mijn jeugd, hoe ik hen het ‘anders zijn’ ook toonde, ik denk niet dat ze het hebben kunnen zien. Hoe lastig zou mijn gedrag geweest zijn om voor hen te kunnen duiden. Hoe zeer hoop ik dat deze tijd de leerkrachten andere handvatten hiervoor heeft gegeven. De kleuterjuf zag mij wellicht wel met andere interesse, maar wat had zij kunnen doen om mij hiervoor meer de ruimte te kunnen geven? De leerkrachten in de basisschool die mijn interesse voor dans en muziek, voor theater hadden kunnen waarnemen, daarover met mij een gesprek zouden hebben kunnen voeren. De directeur van de school die de moeite had morgen nemen om het overschreeuwen van mezelf eens nader te mogen analyseren. Waarom zat deze jongen steeds weer op zijn kantoor als straf wegens onaangepast gedrag.
Het zijn mijn eigen jeugdervaringen geweest die ik in mijn onderwijsbaan heb meegenomen. Steeds weer nieuwsgierig naar het verhaal achter het gedrag van het kind. Ikzelf paste mij inmiddels aan, op de basisschool en later ook op de middelbare school. Tenminste voor zover ik dat kon doen, en daarmee raakte ik steeds verder van mijn diepste identiteit verwijderd. Met de voorliefde voor mannen, verkleurde ik gedeeltelijk van wie ik had kunnen zijn of had kunnen worden.
Zijn wie je bent
In mijn volwassen leven mocht ik op mijn veertigste leidinggeven aan de school met het credo: ‘Het doel der opvoeding is om ieder kind te laten worden wat het is’. Bij iedere rondleiding aan ouders en presentatie van deze school aan vakgenoten, bij iedere stap die we met het team zette, kwam dit credo naar boven. Nu, nu ik terug kijk op die periode, denk ik dat deze basisschool waaraan ik leiding gaf, door deze visie, mij uiteindelijk het zetje heeft kunnen geven om te kunnen worden wie ik ben. Destijds kwam er een puber bij mij als directeur eens verhaal doen om mij te vertellen waarom hij voor het VO van deze school had gekozen. Ik vroeg hem na zijn verhaal te hebben aangehoord: ‘dus hier word je geaccepteerd zoals je bent, dat is waarom je hier graag naar het VO wilt gaan?’ ‘Nee’, verbeterde hij mij: ‘hier word ik gewaardeerd om wie ik ben’. Ja, dacht ik, te kunnen zijn wie je bent gaat niet om acceptatie maar om waardering. Het podium voor iedereen.
Op diezelfde school danste ik met de dansles, die alle leerjaren op deze school krijgen, mee. De dansjuf daagde me uit, en ik liet me er toe uitdagen, zoals ik als kleine jongen uitgedaagd had willen worden. Ik keek er met open gesperde ogen naar de vakleerkracht muziek. Niet alleen vanwege de muzieklessen (ach had ik die als kind zo mooi kunnen krijgen). Maar vooral vanwege het feit dat juist zij de lessen over homoseksualiteit aan de bovenbouwleerlingen gaf. Juist zij als homoseksuele leerkracht. Zij sprak uit eigen ervaring. Over hoe het is om te twijfelen of je van hetzelfde of het andere geslacht houdt. Wat dat betekent voor jezelf of voor de omgeving. Deze juf als voorbeeldrol voor ieder kind dat ook maar enigszins deze gevoelens zou kunnen hebben. En voor al die andere kinderen om meer begrip te krijgen van die wereld die zij zelf nooit zullen gaan ervaren.
Had ik vroeger zo’n meester of juf gehad, dan had ik direct kunnen ervaren: hé dat voel ik ook! ‘Het doel der opvoeding is om ieder kind te laten worden wat het is’. In de zeven jaar dat ik leiding gaf aan deze veelkleurige school leerde ik, naar mijn 48e jaar toe, steeds meer te worden wie ik ben.
Vrijheid voor de minderheid
We leven in een maatschappij waarbij de meerderheid denkt te kunnen vertellen wat de vrijheid voor de minderheid betekent. Lesbisch, homoseksueel, bi-seksueel, transgender, intersekse, je zou er volgens velen – ook velen van mijn vrienden en familie – niet zo moeilijk over moeten doen. Echter, wanneer je tot een meerderheid behoort is dit alles gemakkelijker te stellen dan wanneer je je tot de minderheidsgroep begeeft. Je kunt je namelijk niet voorstellen hoe het voelt om vanaf jongs af aan te ervaren dat je anders bent. Dat je ongewild en ongewenst tot een minderheid behoort.
Dat je gevoelens hebt die je nergens terug ziet komen. En dat je net als je vrienden wilt zijn, dat je de scheldwoorden die zij en anderen over jou gebruiken, niet persoonlijk moet aantrekken. Dat je zoveel van wat je in de maatschappij ziet niet herkent bij jezelf waardoor je onbewust jezelf verliest en je naar de maatschappij gaat aanpassen. Zodat je net als ik, genoegen neemt met datgene wie je bent geworden. Niet jezelf, maar een andere versie van jezelf.
We zijn als maatschappij verder dan waar we waren in mijn jeugd. In soapseries, tv-programma’s, films en op de radio komen voorbeeldrollen voor. Voor een iedereen die in de kast zit ontzettend belangrijk. En toch is het nog verrekte ingewikkeld. Kom ik vrienden in mijn nieuwe wereld tegen die mijn verhalen herkennen. Het is nog steeds van alle leeftijden. Daar hebben we als maatschappij en zeker in onze scholen, nog een wereld te winnen. Roze vrijdag, voorlichting door mensen uit de LHBTI+ gemeenschap, een heldere scherpe observerende blik van de leerkrachten. Leerkrachten die het gesprek kunnen openen naar de kinderen en hun ouders. Het kleine o zo belangrijke eerste moment waarop je als kind mag ervaren… ik word gewaardeerd om wie ik ben met alles wat ik voel.
Wat een fijn blog om te lezen. Zo belangrijk dat dit regelmatig wordt herhaalt. Want ik, die bij ‘de meerderheid’ hoor, heb het nodig om voortdurend te worden herinnerd aan het feit dat mijn blik ook roze moet blijven.
Zo waar! Als niet behorend bij een minderheid blijft het toch meer een verhaal van de ander. Je kan het je hooguit wat inbeelden, in plaats van invoelen. Een beeld kan makkelijk vergeten worden, een gevoel niet.