Onderwijs Bonaire vs Nederland
Door Caroline: Na elf jaar, rond ik straks mijn tijd af in het Caribisch gebied. In die tijd heb ik veel geleerd over communiceren met ouders en kinderen die thuis een andere cultuur en taal hebben. Graag deel ik mijn opgedane kennis met jullie. Zo leer en lees je mee over de verschillen in het onderwijs op Bonaire en Nederland.
Startsituatie Bonairiaans kind
Sommige leerlingen hebben, voordat ze bij ons starten in de kleuterklas, nog nooit Nederlands gehoord. Nederlands is voor hen een vreemde taal. Ik heb het hier niet enkel over kinderen van Bonairiaanse afkomst, dit geldt ook voor de kinderen met Latijns Amerikaanse of bijvoorbeeld Chinese achtergrond.
Bij binnenkomst merken we dan ook dat de taalachterstand groot is. In het begin begonnen we nog wel eens met het afnemen van de TAK en deden zelfs nog de Kleuters CITO’s een aantal jaren geleden. Maar inmiddels zijn we als school zover, dat we accepteren dat de start op onze school echt een “beginpunt” is. Je kan nog zo met allerlei testjes willen aantonen dat het kind de taal niet beheerst, maar beter kun je die tijd steken in het aanbieden van die Nederlandse taal.
Thuis lezen
Het is op Bonaire niet de gewoonte dat leerlingen thuis lezen en ook lezen hun ouders vaak niet veel boeken. Hierdoor komen leerlingen minder in aanraking met het Nederlands.
Op de televisie hebben we ontzettend veel kanalen, met ook daadwerkelijk een aantal Nederlandse zenders. Maar vaker kijken de leerlingen thuis Engelstalige programma’s en is onze Netflix ingesteld op Latijns-Amerika.
We hebben hier één bioscoop en die heeft af en toe Nederlandstalige films, maar meestal zijn de kinderfilms in het Engels.
Omdat Bonaire rijk is aan ontzettend veel verschillende culturen en talen, wordt er over het algemeen een gezamenlijke taal gevonden in het Papiaments, Spaans of Engels.
Er is ook al vaker in de politiek een gesprek geweest over de taal waarin onze kinderen leren. Welke bereid hen het beste voor op de toekomst die hen wacht?
Mi ta papia Papiamentu
De Nederlandse en Papiamentse taal verschillen veel. Zo heeft Nederlands ontzettend veel verschillende woorden en wordt in het Papiaments ook wel een ding omschreven, in plaats van dat het daadwerkelijk een naam heeft. De zinsbouw is heel anders; zo zetten wij een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord, maar doe je dit in het Papiaments juist andersom.
Uit vele theorieën komt naar voren dat je een nieuwe taal moet aanleren, door deze te koppelen aan de moedertaal. Doordat er ontzettend weinig Papiamentstalige boeken zijn, er weinig tv-programma’s voor kinderen zijn in het Papiaments en er in de eerste levensjaren anders wordt gecommuniceerd met de kinderen, komt het wel eens voor dat kinderen in hun eigen taal ook nog niet op niveau zitten. Het koppelen van Nederlandse woorden aan Papiamentstalige woorden, is hierdoor soms moeilijk.
Bij ons op school krijgt daarom ook iedereen, vanaf groep 1, les in Papiaments. In groep 4 is het mooi om te zien, dat ook de leerlingen die zelf vinden dat zij goed Papiaments spreken, toch elke les weer nieuwe woorden leren. Op deze manier beheersen zij steeds beter hun moedertaal en komt er ruimte om woorden te gaan labelen en in een netwerk te plaatsen.
Taallessen
In de taallessen bied ik de nieuwe woorden aan en koppel deze bijvoorbeeld altijd aan het Papiamentstalige woord hiervoor. Hierdoor is er ruimte voor hun moedertaal en kunnen leerlingen mij bijvoorbeeld weer helpen met de juiste uitspraak van hun taal. Op deze manier laten we als leerkrachten zien, dat je een taal gaandeweg leert en het vooral veel moet oefenen en proberen.
Spreken & lezen
Het Papiaments is directiever dan het Nederlands. Zo zeg je in het Nederlands: “Ga zitten alsjeblieft”, of “Kom even hier”. Deze zinnen zijn zeer vrij te interpreteren en werken voor Papiamentstalige leerlingen niet goed. Zij zijn niet gewend om zo aangesproken worden en zullen dus denken dat zij een keuze hebben en denken dus ook te kunnen weigeren. Dit is dus niet een brutale reactie, dit is een zeer logische reactie.
In het Papiaments zou je het (vertaalt naar Nederlands) zeggen als “Ga zitten” en “Kom hier”. Een Papiamentstalig kind zal hiernaar luisteren. Het is een heldere boodschap, die voor hen niet directief overkomt, omdat thuis zij gewend zijn om zo aangesproken te worden.
Daarnaast is het moeilijk om te leren lezen in het Nederlands, omdat in het Papiaments andere klanken worden gebruikt, voor dezelfde tekens. Een Nederlandse klank als /u/ wordt in het Papiaments uitgesproken als /oe/. De /n/ wordt uitgesproken als /n/, maar staat deze aan het einde van een woord, dan klinkt hij als /ng/ en al onze tweetekenklanken bestaan niet eens in het Papiaments. Onder de Bonairiaanse bevolking is er momenteel nog sprake van een percentage dat laaggeletterd is. Zo kan je er dus niet automatisch vanuit gaan, dat alle ouders ook kunnen lezen wat je hen mailt of laat zien op papier (bijv. in een rapport). Gelukkig is hier Stichting FORMA op het eiland dat de mogelijkheid biedt aan jongvolwassenen om toch te leren schrijven en lezen, zodat zij ook zelfredzaam worden. Het is een groot aandachtspunt op het eiland.
Emoties en reflectie
Vanaf de onderbouw besteden wij erg veel aandacht aan de verschillende emoties.
Het is namelijk niet bij iedereen thuis de gewoonte om te praten over je gevoelens en deze te delen met degene die je kunnen helpen die gevoelens te snappen. In enkele huishoudens is helaas nog zo dat de riem wordt gebruikt om gevoelens te uiten en iets duidelijk te maken.
Veel jonge kinderen, die de Nederlandse taal nog niet beheersen, kiezen voor een duidelijk fysieke manier van communiceren als iets hen nog niet lukt op te lossen met woorden. Het is een instinct (freeze/fight/flight) waar we op school iets mee moesten.
Het Kleurenmonster
Wij gebruiken in de onderbouw het boek “Het kleurenmonster” van Anna Llenas. Door deze verschillende monsters uit dit verhaal in de klas te hangen, kunnen de leerlingen met hun knijper aangeven hoe zij zich voelen. Een kleuterjuf vertelde me laatst, dat haar kinderen hier zo mee bezig zijn, dat de leerlingen zelf ook nog andere gevoelens hebben toegevoegd. Door hierover te spreken met de leerlingen, komen zij erachter welke gevoelens wat betekenen en wat je daarmee mag doen. En natuurlijk dat elk gevoel er mag zijn.
Zelfs in groep 4 merk ik dat leerlingen nog moeite hebben met onze Nederlandse aanpak hierin. Het is dan ook zeer Hollands om hier zo uitgebreid over te willen praten. Hoe verder de leerlingen komen binnen onze school, hoe beter zij aanvoelen hoe het op onze manier gaat. Na groep 8 gaan alle leerlingen naar het SGB (Scholen Gemeenschap Bonaire), waar Nederlands de voertaal is. Ouders, leerlingen en leerkrachten hebben samen de taak om het Nederlands zo goed mogelijk aan te bieden en onze leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden. Het is een uitdaging die we elke dag opnieuw aangaan en waar we elke dag weer vooruitgang in zien.
Door al deze extra hulp die we leerlingen geven, kunnen wij aan het einde van de rit enorm trots zijn op alle leerlingen die vertrekken naar het vervolgonderwijs.
Dat maakt ons vak een pracht vak!
Eerdere blogs van Caroline vind je hier, en door in de zoekbalk Caroline in te typen.
Caroline, dank voor al je mooie blogs voor onze onderwijscollega’s. Lieve groet, Esther