Nieuwkomers in de bovenbouw!

Door Wendy: als nieuwkomers in de bovenbouw instromen, hebben ze minder tijd om het niveau van eind groep 8 te halen dan leerlingen die bijvoorbeeld in groep 3 instromen. Hoe kun je daar het beste mee omgaan? Hoe krijg je die leerling zover dat hij of zij naar de VO-richting kan doorstromen die het beste bij hem of haar past?

Maatwerk

Een nieuwkomer in de bovenbouw heeft zoals gezegd veel minder tijd op de basisschool dan een nieuwkomer die in de onderbouw start. Een taal goed leren kost zeker vijf jaar en daarnaast heeft de leerling mogelijk onderwijs gemist (bijvoorbeeld bij leerlingen die uit een oorlogsland zijn gevlucht). Het is daarom extra belangrijk om goed uit te zoeken wat deze leerling al kan en wat nog niet. Heeft de leerling onderwijs genoten in het land van herkomst? Hoe ging dat? Kan de leerling lezen in de moedertaal? Het is zaak eerst goed in kaart te brengen wat de leerling precies nodig heeft en dan een gedegen plan te maken om aan deze doelen te werken. Dat plan is voor iedere leerling weer anders, dus het is echt maatwerk.

Plan van aanpak

Als de beginsituatie duidelijk is, kun je kijken waar je met de leerling naartoe wilt werken. Dat kun je bekijken per vakgebied, met name op het gebied van lezen, rekenen, spelling en taal. Sla gerust zaken die er niet toe doen over uit methodes. Er is simpelweg geen tijd om alles aan te bieden, maak daarin bewuste keuzes. Het werken met leerlijnen werkt eigenlijk beter, omdat je dan precies kunt bekijken waar je aan moet werken. Je kunt bijvoorbeeld het PI-dictee afnemen, om zo te bekijken welke spellingscategorieën een leerling wel of niet beheerst. De leerling kan zo gericht oefenen met de categorieën die hij of zij nog moeilijk vindt.

Havo of Praktijkonderwijs?

In groep 8 krijgt ook de nieuwkomer natuurlijk een advies voor het VO. Dat kan best lastig zijn, vooral als een leerling cognitief sterk is, maar de Nederlandse taal nog niet goed genoeg beheerst. Ook in onze Taalklas hebben we voorbeelden gezien van leerlingen die echt wat in hun mars hebben, maar voor wie de taal nog een te groot obstakel blijkt. Zo was er bijvoorbeeld Muhammad (niet zijn echte naam). Een jongen die met zijn familie naar Nederland vluchtte en nu een mooi bestaan aan het opbouwen is in Nederland. Na een enigszins lastige start, ontwikkelde hij zich goed en maakte hij grote stappen. Uit de niet-talige IQ-test die een orthopedagoog afnam, bleek dat hij op basis van zijn cognitie Mavo/Havo zou kunnen halen. Maar de resultaten op zijn niet methode-toetsen gaven een heel ander beeld: praktijkonderwijs. Dit had alles te maken met zijn Nederlandse taalvaardigheid. Hij had grote stappen gemaakt, maar hij was nog niet op hetzelfde niveau als zijn klasgenoten. Havo zou echt nog te hoog gegrepen zijn, maar op het Praktijkonderwijs zou Muhammad zich waarschijnlijk diep ongelukkig gaan voelen. Het is dan belangrijk om goed te bekijken welke opties er zijn. Welke plek is de juiste voor deze leerling? Is er een ISK (Internationale Schakelklas) waar de leerling naartoe kan, of is er mogelijk een kopklas? Wat kunnen de VO-scholen bieden? Is er extra begeleiding beschikbaar? Samen met leerling/ouders en vervolgscholen kun je dan kijken welke plek de beste is. Ook dit is voor elke leerling maatwerk. Op deze manier hebben ook deze leerlingen de meeste kans op succes in het VO, iets dat we graag willen!

Meer lezen?

Op de site van Lowan vind je veel informatie over het onderwijs aan nieuwkomers, ook in de bovenbouw. www.lowan.nl

Nieuwkomers in de bovenbouw

Laat een reactie achter