De verteltafel
Door Wendy: De verteltafel is bij uitstek geschikt voor het werken met meertalige leerlingen. Door middel van interactie en een uitdagend talig aanbod wordt op een speelse manier gewerkt aan taal- én spelontwikkeling.
Vertel maar
In de klas waar ik werk hebben we een verteltafel. Hierop staan allerlei voorwerpen en materialen die met het thema van die week te maken hebben. De leerlingen komen op bepaalde momenten in kleine groepjes bij de verteltafel en ‘spelen’ daar met de materialen. De leerkracht komt er bij zitten om nog meer taal uit te lokken, bijvoorbeeld door het stellen van vragen. De leerlingen vinden het meestal erg leuk om aan de verteltafel te werken (wij werken met kinderen van groep 3-8). Hun fantasie wordt geprikkeld en ze leren er nieuwe woorden te gebruiken.
Thema’s
Het mooie van de verteltafel is dat deze in elk thema ingepast kan worden. Met thema ‘huis’ kun je de leerlingen bijvoorbeeld van lego of duplo allerlei huizen laten (na)bouwen. Met het thema ‘winkel’ kun je een winkeltje maken waar de leerlingen boodschappen kunnen doen en met thema ‘verzorging’ kun je allerlei voorwerpen op de verteltafel leggen rondom bijvoorbeeld wassen en dit laten uitspelen.
Doelen van de verteltafel
Zoals uit de tekst hierboven al duidelijk wordt, kan de verteltafel meerdere doelen hebben:
Het werken aan de verteltafel stimuleert de taalontwikkeling
Door het talige aanbod en de interactie tijdens het werken aan de verteltafel, wordt de taalontwikkeling van de leerlingen gestimuleerd. Juist die interactie met elkaar en met de leerkracht geeft veel kansen tot taaluitingen. De leerkracht kan allerlei doordenkvragen stellen, zodat de leerlingen uitgedaagd worden in hun denken (“Wat kun je hier nog meer mee doen?, Wat zou jij doen als dit gebeurde?).
Het werken aan de verteltafel vergroot de woordenschat
Dit is een inkoppertje natuurlijk. Door de woorden die in de les zijn geleerd hier terug te laten komen en te laten gebruiken, zal de woordenschat worden vergroot. Herhaling is ook hier weer het toverwoord. Het mooie van de verteltafel is dat er een context wordt gecreëerd, een cluster van woorden rondom hetzelfde thema. Dit cluster kan steeds verder worden uitgebreid (“wat kun je hiermee doen, waar zou je dit ook voor kunnen gebruiken?”).
Het werken aan de verteltafel ontwikkelt de communicatieve vaardigheden
Het is de bedoeling dat leerlingen al spelenderwijs met elkaar en de leerkracht praten. Ze oefenen zo pragmatiek: Wanneer zeg je wat tegen wie? Het is fijn om dit in een klein groepje te oefenen, zodat leerlingen zich ook dúrven te uiten. Zo kunnen ze taal als het ware ‘uitproberen’. De leerkracht geeft feedback waar nodig (goed teruggeven van verkeerde uitingen, doorvragen etc.).
Je leert hoe je kunt spelen
De leerlingen in deze doelgroep hebben niet allemaal geleerd hoe ze moeten spelen. De momenten aan de verteltafel kunnen worden gebruikt om te oefenen in spelen met elkaar, het gebruiken van je fantasie en dergelijke. En er is veel plezier!
Het werken aan de verteltafel vergroot het leesplezier
Met boeken kun je ook heel goed een verteltafel inrichten. Bied een (prenten)boek eerst aan en leg allerlei materialen over dit boek op de verteltafel. Kopieer de hoofdpersonen uit het boek en lamineer deze, zodat de leerlingen hiermee het verhaal na kunnen spelen. Hiervoor zouden bijvoorbeeld de prentenboeken kunnen gebruikt zoals uitgewerkt in ‘Woorden in Prenten’ van Josée Coenen. Dit zijn in totaal 10 prentenboeken waarvan de tekst is aangepast, met daarbij lessuggesties.
Tips voor de verteltafel
- Bedenk van te voren welke woorden uit het thema je aan bod wil en kunt laten komen op de verteltafel.
- Bedenk van te voren welke taaldoelen je stelt: Werken aan zinsbouw, werken aan woordenschat, werken aan communiceren?
- Bedenk van te voren welke vragen je zou kunnen stellen om taaluitingen van de leerlingen uit te lokken.
- Gebruik waar mogelijk echte voorwerpen, zodat de leerlingen ze kunnen zien en aanraken.
- Zorg dat er materiaal ligt dat geschikt is voor de leeftijd van de leerlingen.
- Bij boekenthema’s kun je de hoofdpersonen uit het boek lamineren, zodat leerlingen daar mee kunnen spelen.
- Zijn er eventueel voorwerpen die de kinderen mee kunnen brengen? Ouders kunnen er ook bij betrokken worden.
- Mogelijk kunnen leerlingen ook voorwerpen en dergelijke maken. Zo wordt het echt een verteltafel voor én door de leerlingen.
- Geef feedback door foute taaluitingen goed terug te geven (leerling: “Auto rijden daar”, leerkracht: “Ja, de auto rijdt daar.”)
- Leg de verbinding met andere activiteiten in de klas zoals liedjes en knutselwerkjes. Laat woorden vaak terugkomen, zodat ze nog beter beklijven.