Het aanbod aan technisch lezen in mijn groep 4
Naast leesbevordering is ook het aanbod technisch lezen belangrijk. Op de school waar ik werk, werken we met de methode ‘Estafette versie 2’. Hoe ga ik hier mee om? En hoe ziet het aanbod technisch lezen er uit in mijn groep 4?
Leesplezier hangt samen met leesvaardigheid
Allereerst een stukje theorie. Tot nu toe gingen namelijk mijn blogs voornamelijk over leesbevordering. Hierbij stond leesmotivatie en leesplezier centraal. Wanneer je mijn vorige blogs gelezen hebt, weet je hoe ik dit stimuleer in mijn groep. Er is een verband tussen leesplezier en leesvaardigheid. Daarom is het belangrijk om naast een gericht technisch leesaanbod een stuk leesbevordering niet uit het oog te verliezen.
Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die lezen leuk vinden, over het algemeen ook leesvaardiger zijn. Er is dus een positief verband tussen leesattitude en leesprestaties (Petscher, 2010). Met dagelijks 10 minuten lezen, worden al betere prestaties geboekt op het gebied van technisch- en begrijpend lezen. Belangrijk is wel om diverse tekstsoorten te lezen. Het lezen van fictie is een grotere stimulans van de leesvaardigheid dan het lezen van andere tekstsoorten, zoals non-fictie, kranten, tijdschriften en strips.
Lezen, lezen, lezen
In veel technisch leesmethodes zitten naast leesopdrachten ook andere ‘talige’ verwerkingsopdrachten. Deze verwerkingsopdrachten hebben vaak geen verband met de leesdoelen van de les. Vandaar dat ik dan ook gericht kijk naar de opdrachten in het werkboek van onze methode en dit meer als ‘klaar opdracht’ gebruik. De kinderen van mijn groep weten het inmiddels, bij technisch lezen (Estafette-tijd) draait het om lezen, lezen en nog eens lezen.
De kinderen weten wat ik van ze verwacht tijdens deze lessen. Ik zie aan ze dat ze hun focus bij de leesopdracht hebben, hun ogen zijn daarop gericht. Ik merk dat kinderen actief mee doen, doordat ze mee wijzen en weten waar we zijn. En ik hoor bij een zelfstandige leesopdracht alle kinderen ‘hardop lezen’ (met zachte leesstem).
Leesinstructie
Het allerbelangrijkste onderdeel van de leesles is de leesinstructie van de leerkracht. Het (nieuwe) leesdoel wordt aangehaald. Er is sprake van modelen door de leerkracht. Hierna wordt er actief geoefend met dit doel. Men zegt niet voor niets: oefening baart kunst. Het zorgt ervoor dat het lezen steeds beter geautomatiseerd wordt.
Flitsen / zandloper lezen
Iedere les gebruik ik het onderdeel ‘flitsen’ binnen de leerkracht assistent van Estafette. Soms met de gehele groep, soms juist gedifferentieerd met een subgroep. Hierbij staat altijd het lesdoel centraal. Daarnaast zit in sommige lessen het ‘zandloper lezen’. Hierbij werken de kinderen aan een eigen doel. Ze proberen middels oefening hun eigen doel te kunnen verbeteren. De kinderen lezen de rijtjes waarbij een klasgenoot de tijd bijhoudt middels een zandloper. Er wordt een streep gezet onder het laatst gelezen woord. Dan wordt er 3x zelf geoefend. Vervolgens wordt er nogmaals met de zandloper gelezen. Het doel is om verder te komen dan de eerste keer. De kinderen in mijn klas hebben hierbij vaste maatjes van ongeveer hetzelfde leesniveau (gekeken naar AVI en DMT).
Zwakke lezers
Naast het specifieke aanbod tijdens de lessen technisch lezen (aanpak 1, Estafette), krijgen de zwakke lezers op onze school nog 4x per week 15 minuten extra leestijd op instructie-niveau. Hierbij wordt met een klein groepje kinderen die op hetzelfde instructie-niveau lezen, gelezen onder begeleiding van een leerkracht/onderwijsassistente. Er is een afwisseling van tekstlezen en het lezen van woordrijtjes. Hierbij maken we gebruik van de kopieerbladen behorende bij de methode, de ringboekjes ‘Vloeiend & Vlot’ en de DMT Oefenmap (Pravoo). Er wordt hierbij vooral gebruik gemaakt van het voor-koor-door lezen. De overige leerlingen lezen op dit moment in hun eigen leesboek of uit de leesmandjes.
Teksten & Woordrijtjes
Authentieke teksten helpen meer dan woordrijtjes. Kinderen die teksten meermalen lezen, leren sneller en beter vloeiend lezen dan wanneer ze oefenen met losse woorden (Houtveen, Van de Grift & Brokamp, 2013; Martin-Chang, Levy & O’Neil, 2007). Ook het tekstbegrip en de woordenschat profiteren sterker van teksten dan van woordrijtjes. De context helpt kinderen om de betekenis van moeilijke woorden te achterhalen. Het blijkt dat juist jonge, beginnende én zwakkere lezers daar baat bij hebben. Dit betekent niet dat je nooit woordrijtjes aan mag bieden. Maar de grootste kracht zit hem dus in het aanbod authentieke teksten.
Blijven ontwikkelen
Op onze school is de taalcoördinator op dit moment gericht naar het aanbod technisch lezen aan het kijken. Wat wordt er gedaan en welke resultaten worden er geboekt. Om mijzelf als leerkracht te blijven ontwikkelen en omdat dit aansluit bij de ontwikkeling van onze school, heb ik me ingeschreven voor het congres Technisch lezen van Medilex op 10 februari 2020. Mijn doel is om deze dag meer kennis en ervaring opgedaan te hebben op het gebied van leesinstructie, redzaamheidslezen, leerlingen met leesproblemen en differentiatie. Na afloop van het congres zal ik een blog schrijven met mijn ervaringen.
Welke leesopdrachten zijn favoriet bij jou in de klas en raad je anderen aan? Wordt er bij jou op school met een methode of juist zonder methode gewerkt? Ik lees je ervaringen graag onder deze blog.
Bron: Leesmonitor (2019). Leesvaardigheid stimuleren. www.leesmonitor.nu/nl/leesvaardigheid-stimuleren
Ben je blij met onze website? Doe dan je Bolbestelling via onze link. Kost jou niks extra’s, geeft ons een kleine commissie.