Effectief leesonderwijs in groep 3, 4 en 5
Door Anouk: In mijn vorige blog beschreef ik het aanbod aan technisch leesonderwijs in mijn groep 4. Om mijzelf als leerkracht te blijven ontwikkelen, lees ik regelmatig onderwijs artikelen en boeken. De afgelopen weken heb ik me ondergedompeld in het boek: ‘Handboek technisch lezen in de basisschool – Instructie en didactiek in de doorgaande lijn’ van Karin van de Mortel en Aafke Bouwman. In dit blog neem ik je mee in het inrichten van effectief leesonderwijs met de nadruk op groep 3, 4 en 5.
Vlot – Vloeiend – Verdiepend lezen – Van technisch lezen naar begrijpend lezen
Technisch lezen is leren decoderen. Er zijn 3 niveaus in leesvaardigheid. Vlot lezen houdt in dat er in voldoende tempo én correct gelezen wordt wat er staat. Dit wordt geleerd in de onderbouw (fonemisch bewustzijn en het alfabetisch principe). Het doel van vloeiend lezen is om tot begrijpend lezen te komen. Hiervoor zijn de vaardigheden accuratesse, tempo, expressie en leesbegrip essentieel. Zowel goede als zwakke lezers profiteren van instructie in vloeiend lezen. Ook goede lezers hebben namelijk feedback nodig op expressie lezen (frasering, interpunctie, tempo, klemtoon). Tot slot komen we dan aan bij het verdiepend lezen. ‘Om complexe teksten te kunnen lezen, het proces wat wij verdiepend lezen noemen, moet de lezer vlot en vloeiend kunnen lezen.’ (Ehrenwoth, 2013). Het doel van verdiepend lezen is het toevoegen van nieuwe kennis aan de kennis die er al is. Hierbij is het activeren van bestaande kennis belangrijk, maar het aanleren van nieuwe kennis is belangrijker.
In de praktijk: van aanvankelijk lezen naar technisch lezen
In groep 3 ligt het accent op het aanvankelijk lezen. Hierbij wordt toegewerkt naar het automatiseren van de letters en het kunnen lezen van teksten. Ook het leren lezen met expressie is belangrijk. Een effectieve, doelgerichte aanpak waarbij rekening wordt gehouden met verschillen tussen leerlingen (differentiatie) is hierbij een voorwaarde. Veelal wordt hiervoor een methode gebruikt.
Bij ons op school wordt ‘Lijn 3’ ingezet. Lijn 3 stelt de letter centraal en prikkelt nieuwsgierigheid van kinderen door de thema’s waarin gewerkt wordt. Daarnaast staat samenwerkend leren centraal. Iedere les start en eindigt met de hele groep en daartussen is volop ruimte voor differentiatie. Wij zijn op school flink aan de slag gegaan met EDI en Coöperatief leren. Vaak is de start van de les daarom coöperatief. De kinderen werken allemaal met dezelfde soort materialen zoals een tekstboek en een rijtjesboek. Deze zijn echter wel op eigen niveau (*/**/***). De kinderen van verschillende niveaus kunnen door eenzelfde opbouw bij de materialen wel gemakkelijk samenwerken. Mijn collega’s van groep 3 zorgen er iedere week voor dat zowel de zorg, basis als plus leerlingen instructie en verwerking op niveau aangeboden krijgen aan de instructietafel. Een grote plus vinden mijn collega’s het uitgebreide woordenschat gedeelte. Daarnaast spreken de thema’s de leerlingen erg aan, ook de jongens kunnen zich hier erg in vinden. Elk thema heeft zijn eigen themaverhaal/prentenboek. Hierdoor kun je de thema’s ook gemakkelijk doortrekken en thematisch werken. Dit wordt bij ons op school in de middagen gedaan met de methodiek van Vierkeerwijzer. Effectieve werkvormen die in Lijn 3 gebruikt worden zijn: zingend lezen, hardopdenkend voordoen (modelen) en voor-koor-door lezen.
Effectief leesonderwijs
De kwaliteit van het leesonderwijs wordt in de eerste plaats bepaald door de leraar. Allington (2001) zegt hierover: ‘Recent onderzoek laat de geweldige impact van kwalitatief hoogstaande groepsinstructie zien. Risicoleerlingen deden het bij goede leraren net zo goed als gemiddelde leerlingen bij zwakke leraren. Niets was effectvoller voor risicoleerlingen dan de kwaliteit van de leraar; de kwaliteit van de leraar voorspelt de resultaten van de leerlingen. Te lang hebben we dit fundamentele aspect van het onderwijs genegeerd door het invoeren van meer remediërende programma’s, meer klassenassistenten en door het inzetten van computerprogramma’s. Al deze maatregelen halen het niet bij kwalitatief hoogstaande groepsinstructie.’
Een effectieve leraar geeft effectief onderwijs. Hoe ziet dat eruit? CPS formuleerde zes kenmerken van effectief onderwijs:
- Het onderwijs is doelgericht.
Formuleer toetsbare doelen in termen van leerling resultaten. Werk doelgericht; hanteer tussendoelen. - Het aanbod is beredeneerd en wordt ingepland.
Gebruik een goede methode, op de goede manier en plan deze goed in. Besteed naast de leeslessen dagelijks tijd aan andere leesactiviteiten zoals voorlezen, duo-lezen, stillezen, tutorlezen en theaterlezen. - De leraar geeft effectieve instructie. Pas in de leeslessen een instructiemodel toe (bijv. IGDI). Risicolezers krijgen extra instructie en begeleide inoefening. De leerkracht geeft directe feedback (positief en specifiek).
- De tijd en extra tijd wordt bewust ingezet. Besteed voldoende tijd aan lezen met de groep als geheel. Geef de zwakke lezers een uur extra instructie en begeleide oefening.
- Er is sprake van differentiatie. Hanteer convergente differentiatie als uitgangspunt bij het omgaan met verschillen tussen leerlingen bij het technisch lezen. Organiseer extra leestijd.
- De leerling resultaten worden voortdurend gemonitord. Volg het leesprotocol met vastliggende signaleringsmomenten en interventieperioden. Werk proactief: anticipeer, signaleer stagnatie zo snel mogelijk en reageer daarop.
In de praktijk: De aanpak van het onderwijs in voortgezet technisch lezen in groep 4 en 5
In groep 4 en 5 gaat het aanvankelijk lezen over naar het voortgezet technisch lezen. Leerlingen oefenen specifieke leesmoeilijkheden en leren langere woorden en zinnen correct te lezen. Het ontwikkelen van een voldoende vlot leestempo en het automatiseren van het lezen is in deze periode belangrijk. Teksten krijgen betekenis doordat ze met expressie worden gelezen. Hierop moet instructie gegeven worden. Veel lezen, leeskilometers maken, met verschillende tekstgenres is in deze groepen belangrijk, zodat alle leerlingen het technisch lezen automatiseren. De tijd voor voortgezet lezen moet voor de zwakke lezers vooral ingevuld worden met instructie en begeleiding van de leraar en met veel toegepast oefenen (lezen, lezen, lezen dus!).
Mijn klassenpraktijk
En dit is dus ook wat ik doe in de klas. Bij ons op school wordt van groep 4 t/m 8 gewerkt met de methode Estafette. In het werkboekje staan iedere les diverse talige opdrachten. De kinderen uit mijn klas weten inmiddels dat dit puur een klaarwerkje is. Het lezen is belangrijk. De les start en eindigt ook altijd gezamenlijk. Starten doen we met het activeren van de voorkennis en daarna wordt er een instructie gegeven op het leerdoel (bijvoorbeeld: ‘we leren vandaag de /i/ als /ie/ lezen). Na een korte gezamenlijke inoefening, gaat de plusgroep zelfstandig aan het werk. Met de basis- en zorggroep oefen ik het doel dan verder in. Hierna gaat ook de basisgroep zelfstandig aan het werk. De zorggroep krijgt dan hulp bij het toepassen van het leerdoel. Wij lezen nog eens hardop woorden en zinnen waar het leerdoel in verwerkt zit. Vaak gebruik ik hierbij de werkvorm voor-koor-door. Hierna gaan zij zelfstandig aan de slag en pak ik de plusgroep nog even bij me. Met hen oefen ik bijvoorbeeld het lezen met expressie. Hierop krijgen zij dan een korte instructie en begeleide inoefening. Ik gebruik hiervoor teksten van de methode, maar ook andere boeken zoals theaterleesboeken. Tot slot sluiten we samen af. Hierbij lezen alle leerlingen of een groepje leerlingen hardop. Dit kan zijn door te flitsen op het digibord, het V&V boekje samen te lezen of het harde boekje van Estafette gezamenlijk te lezen. Ik pak hierbij altijd het leerdoel nog even terug, dit soort woorden/zinnen zitten in de gezamenlijke afsluiting. De kinderen lezen voornamelijk hardop tijdens mijn leeslessen. In het handboek technisch lezen in de basisschool, lees ik hierover ter bevestiging van wat ik doe: ‘Leerlingen kunnen starten met stillezen als zij het AVI E4-niveau beheersen.’
Februari:
In mijn volgende blog neem ik je mee in de wereld van de voorbereidende leesactiviteiten in groep 1 en 2.
Bron
Van de Mortel, K., Bouwman, A. (2019). Handboek technisch lezen in de basisschool – Instructie en didactiek in de doorgaande lijn. CPS Onderwijsontwikkeling en advies.