Van noodlokaal naar droomgebouw

…in 1 dagdroom!
Door Jacqueline: 5 Minuten voordat de kerstvakantie begon, toen we de kerstversiering hadden afgetuigd en de witte wijn ontkurkt, kregen we te horen dat het noodlokaal waar we zo vreselijk om zitten te springen er niet komt. Zo stond het er niet, maar toen we de omfloerste, wollige ambtenarentaal eenmaal hadden ontcijferd, was de boodschap duidelijk. Prettige feestdagen, stond er onder. Ik sluit niet uit dat het door de witte wijn kwam, maar de volgende dag dacht ik; stik er maar in met dat armetierige heet in de zomer koud in de winter ijzeren lawaaihok van je. Veel nood, weinig lokaal. Ik hoef het niet meer. Doe mij maar gewoon een heel nieuw schoolgebouw. En toen fantaseerde ik in één dagdroom van noodlokaal naar droomgebouw. Mag best. De dagen van ‘19 zijn geteld en dan is vooruitblikken naar ‘20 nu eenmaal  onvermijdelijk.

Trap, glijbaan, klimbaan

De school die ik dagdroomde heeft een enorm overdekt binnenplein. Die ruim 200 kinderen van ons kunnen er makkelijk terecht. En dan kunnen papa’s, mama’s, opa’s en oma’s er ook nog bij. De ‘kamerbrede’ trap op mijn binnenplein is namelijk niet alleen om de eerste verdieping te bereiken. Het is ook een tribune. In het midden van die trap een glijbaan. Want naar beneden glijden is véél leuker dan naar beneden lopen. En omdat naar boven lopen ook nogal saai kan zijn, zit er naast de glijbaan een klimmuur.

Het is het kloppende hart van de school, dat binnenplein. We lunchen er, we gymmen er en we hebben er (eindelijk!) de ruimte om onze kinderen creatief uit te dagen. Daar kunnen we ze uit hun comfort zone ‘trekken’ met toneel, muziek, dans, debat en elke andere activiteit waarbij ze niet alleen hoeven te denken maar waar ze ook moeten doen, voelen en ervaren. Waar ze talenten en vaardigheden ontdekken die verborgen blijven als ze met z’n dertigen zijn opgehokt in een ploflokaal. Waar ze leren dat feedback geen kritiek is maar een kans om te leren. Waar ze zichzelf leren kennen maar ook ontdekken dat er talenten bestaan die zich niet, zoals rekenen en taal, laten vangen in een cijfer tot achter de komma.

Bouwen, slijpen en slopen

Maar we doen meer hoor, op dat binnenplein. We beginnen er elke dag met bewegen. Lekker intensief. Niet te lang, een kwartiertje. Met z’n allen, van de allerjongsten tot en met de oudsten. Om die lijfjes wakker te maken en die koppies op scherp te zetten. Alles met als doel de schooldag energiek te beginnen en de allerergste beweeglijkheid van zich af te schudden. Dat maakt geconcentreerd op een stoeltje zitten net even wat makkelijker en vooral veel effectiever.

Eén van de deuren op dat binnenplein leidt naar een technieklokaal. Zo’n lokaal waar vers zaagsel op de grond ligt, werkbanken staan en gereedschap aan de muur hangt. Een lokaal waar je leert dat niet voor alles een app bestaat. Dat je met je eigen handen kunt maken wat je kunt bedenken. Dat je kunt bouwen, slijpen en slopen. Dat je kunt repareren of opnieuw beginnen. Waar je in één klap leert wat het betekent als je op je duim slaat of in je vingers zaagt.

Buiten? Er is er een schoolplein waar gevoetbald kan worden. Er is er een glooiende grasmat. Er is een speeltuin voor de allerkleinsten en een klimpark voor de wat oudere. Er is een moestuin en nu ik er zo over zit te dagdromen, ga ik de kinderboerderij verderop vragen of ze hier niet een klein filiaaltje willen beginnen.

Mooi en gezondMooi en gezond

Instructie hier, verwerken daar

Lokalen? Hebben we natuurlijk ook. Maar dan anders. Voor de kleuters hebben we één grote, avontuurlijke ruimte waar alle 4- en 5-jarigen zich thuis voelen. Met wel 8 ‘hoeken’ waar van alles spelenderwijs te ontdekken valt. Het is niet alleen het ‘huis’ van alle kleuters, maar ook van alle kleuterjuffen en onderwijsassistenten. Geen ‘eigen’ groepen dus, maar gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van alle 4- en 5-jarigen tijdens de eerste 2 jaren in ‘mijn’ nieuwe schoolgebouw.

Voor de groepen 3 tot en met 8 zijn er ook geen klassieke lokalen meer. Dat komt vooral omdat er ook geen klassieke groepen meer zijn. Bovendien gaan we (omdat daar ruimte voor is in mijn ideale schoolgebouw en (vooral!) omdat het effectief is) instructie en ‘zelfstandig werken’ van elkaar scheiden.

Voor instructie hebben we de beschikking over 4 lokalen. Vrij sober: stoeltjes, tafeltjes en een digibord. Die lokalen zijn niet van of voor een specifieke groep. Hier krijgt een groepje leerlingen instructie die is afgestemd op hun niveau. Rekenen of taal, verdieping of RT. Zodoende heb je als leerkracht altijd een homogene groep voor je. Het kunnen 20 leerlingen zijn maar ook 5 of 10. De instructie kan 10 minuten duren maar ook een half uur. Je kunt heel gericht werken en verspilt minder tijd en energie om de tragere en de snellere leerlingen bij de les te houden. Zij krijgen namelijk, op een ander moment, instructie in hun eigen groepje op hun eigen niveau.

Van ophoklokaal naar huiskamer

Als de instructie is afgerond is het tijd is om de nieuwe kennis te verwerken. Dat doen de leerlingen in hun eigen ‘huiskamer. Mijn school heeft namelijk 3 grote huiskamers in plaats van een ophoklokaal voor elke groep. Een huiskamer voor wat we nu groep 3 en groep 4 noemen, een voor 5 en 6 en een voor 7 en 8. Die scheidslijn is wat mij betreft overigens vloeibaar. Een late leerling die traditioneel in groep 6 zit, kan wat mij betreft naar de huiskamer van 7/8 als hij of zij daar beter op z’n plek is

Zo’n huiskamer is lekker ruim. Er passen met gemak 60 á 70 leerlingen in. Plus 2 á 4 leerkrachten en klassenassistenten. Er staan 3 digiborden. Niemand heeft een vast plek. Er ligt ergens een stapel zitzakken voor wie dat lekker lezen vindt. Er zijn tafelgroepjes van verschillende omvang. Er zijn statafels verspreid door de huiskamer. Er zijn ‘vergadertafels’ waar je met een groepje aan een project kunt werken. Er staan ezels om te tekenen en in een hoek hangen 4 schommels in een carré. Wat mist, is de ‘lessenaar’ van de juf of meester. Die is overbodig. De juf, meester en onderwijsassistent ‘zwerven’ namelijk door de huiskamer en zijn op de plekken waar ze nodig zijn.

Vrolijk zooitje

Alles in die huiskamers is er op gericht om de lessen uit het instructielokaal te verwerken op een manier die aansluit op de manier waarop een kind het beste leert. De een vindt het heerlijk om aan een tafelgroepje te werken. De ander gedijt beter aan een losstaand tafeltje met z’n gezicht naar een blinde muur.

Gaat dat in één keer goed? Weten al die kids van zichzelf wat voor hen de beste manier is om de stof te verwerken? Nee, natuurlijk niet. Maar daarom hebben wij ze toch onder onze hoede, om te leren en om ze te leren leren? Ik hóór het sommige lezers denken: “Dat zal een vrolijk zooitje worden in die huiskamers…”. Nou, vrolijk wórdt het in mijn school. Zeker in vergelijking met vastgespijkerd worden op een stoeltje terwijl iemand eist dat je oplet en rechtop zit. Maar ik ben totaal niet bang voor de anarchie die sommigen voorspellen. Kinderen begrijpen prima en snel hoe het werkt. Sommigen zullen de grenzen opzoeken (en zo hoort het) maar in de praktijk blijkt: geef kinderen verantwoordelijkheid en 9 van de 10 pakt ‘m.

En die 10e dan? Natuurlijk zal er een zijn die denkt dat je huiskamer speelplaats is. Maar dat is waarschijnlijk dezelfde koekenbakker die je lessen nu ook stelselmatig de nek omdraait. What’s new…

Filantroop gezocht

Ik begrijp ook wel dat als mijn school morgen wordt opgeleverd, het even zal wringen en knarsen. Zeker in de bovenbouw die jarenlang is geconditioneerd om rechtop te zitten en te doen wat er wordt gevraagd. Maar hé, we moeten een keer beginnen… Ook voor de juffen en de meesters zal het even wennen zijn. Je zult een deel van je les-aanpak moeten veranderen. Je hebt geen eigen lokaal meer. Geen eigen groep meer. Je deelt ineens de verantwoordelijkheid voor het kroost dat onder je hoede valt. Soms sta je in je huiskamer, soms in een instructielokaal. Makkelijk? Vast niet voor iedereen. Maar hé, we moeten een keer beginnen…

Nou, zo’n schoolgebouw dus. Kan even duren voordat ‘ie er staat. Dus beste gemeente, kom bij zinnen en geef mij voorlopig alvast dat noodlokaal. En mocht jij, doorzetter die het eind van deze dagdroom haalde, toevallig een filantroop kennen met interesse in basisonderwijs: #doeslief en geef dat even door…

ComputerComputer

1 reactie

  1. Joop Verhoef op 9 januari 2020 om 08:38

    een heerlijk stuk !!

Laat een reactie achter