Vinger opsteken verboden!

vinger opsteken

Door Femke: Ken je dat? Je stelt een klassikale vraag en een aantal kinderen steekt meteen de vinger op om antwoord te geven. Na wat meer denktijd komt daar nog een aantal vingers bij. Maar er zijn ook altijd leerlingen die de vinger niet opsteken. Zij zijn bijvoorbeeld niet helemaal zeker van hun antwoord en zijn bang om een fout antwoord te geven in het bijzijn van hun klasgenoten of ze doen geen moeite om de vinger op te steken.

The Classroom Experiment

In 2010 werd op BBC2 The Classroom Experiment uitgezonden. Tijdens dit experiment onderzocht professor Dylan William het effect van eenvoudige aanpassingen in de les. Een van de aanpassingen die hij deed was het “niet opsteken van de vinger”, om zo de betrokkenheid van de leerlingen te vergroten.

Voordelen van geen vinger opsteken

Er zijn verschillende voordelen te noemen van het niet meer de vinger op laten steken na een klassikale vraag:

  • Iedereen denkt na over het antwoord en leert dus van het moment.
  • Iedereen moet moeite doen en kan zich dus niet onttrekken aan de les.
  • Iedereen kan laten zien dat hij/zij het antwoord weet. Dat geeft een trots gevoel en is goed voor het zelfvertrouwen.
  • Door een alternatief te gebruiken, waarbij iedereen actief meedoet, kun je als leerkracht snel controleren of alle leerlingen de leerstof begrepen hebben.

Alternatieven voor vinger opsteken

Als je je leerlingen verbiedt hun vingers op te steken na een klassikale vraag, hoe krijg je dán antwoord? Hiervoor is een aantal alternatieven te bedenken:

Wisbordjes

Wisbordjes zijn plastic bordjes waarop de leerlingen hun antwoord met een uitwisbare stift schrijven en het daarna aan de leerkracht laten zien. Iedere individuele leerling wordt op deze manier geactiveerd. Bovendien heb je als leerkracht direct zicht of echt iedereen heeft begrepen wat je zojuist hebt uitgelegd. Je kunt hierbij differentiëren door de sterkere leerlingen een moeilijkere variant van de vraag te geven.
Wisbordjes kun je kopen, maar ook zelf maken. Onderwijswereld-PO maakte er ook een paar voor je. Deze vind je hier.

Het beurtenbakje

In mijn lokaal staat een beurtenbakje. Hierin zitten houten ijsstokjes, waarop ik de namen van de leerlingen heb geschreven. Na mijn uitleg stel ik een vraag en roer ik met mijn hand door de ijsstokjes. Na voldoende denktijd pak ik een stokje en noem ik de naam van de leerling. Na de vraag (en het antwoord) gaat het stokje weer terug in het beurtenbakje. Kinderen weten dat ze opnieuw de beurt kunnen krijgen.
Twee mooie tips van Marcel Schmeier:

  • Je kunt de stokjes markeren door de rand bovenaan te kleuren. Zet het stokje op de kop terug en je ziet eenvoudig welke leerlingen nog geen beurt hebben gehad, zonder dat de leerlingen dit merken.
  • Je kunt gebruik maken van het zogenoemde “smokkelstokje”. Bij de derde beurt trek je weer een stokje, maar in plaats van de naam te lezen die erop staat, zeg je de naam van een zwakke leerling. Doordat deze het antwoord al twee keer heeft gehoord, kan hij/zij ook een goed antwoord geven en op deze manier een succeservaring opdoen.

Schoudermaatjes

Je kunt je leerlingen individueel laten nadenken, maar je kunt ze ook laten samenwerken in tweetallen. Leerlingen horen zo ook het antwoord of de oplossingsstrategie van hun schoudermaatje. Ook verwoorden ze zo hun gedachten hardop, waardoor ze zich de leerstof beter eigen maken. Bovendien krijgen ze feedback op hun eigen antwoord of strategie.

Wat als een leerling het antwoord niet weet?

Dan kun je de Teach-Like-a-Champion-techniek Weet niet, geldt niet inzetten. Er zijn vier basisvormen:
1. De leerkracht geeft het antwoord;
de leerling die de beurt had herhaalt dit.
2. Een andere leerling geeft het antwoord;
de leerling die de beurt had herhaalt dit.
3. De leerkracht geeft een aanwijzing;
de leerling die de beurt krijgt geeft nu het goede antwoord.
4. Een andere leerling geeft een aanwijzing;
de leerling die de beurt krijgt geeft nu het goede antwoord.
Met deze techniek help je kinderen die het antwoord écht niet weten. Onzekere of onwillige kinderen ontneem je met deze techniek de kans om af te haken.

Wanneer wel vinger opsteken

Er zijn momenten waarop het toch handig is dat de kinderen hun vinger opsteken. Denk maar eens aan de volgende vragen:

  • Wie heeft dat ook weleens gehad?
  • Wat is jouw mening daarover?
  • Wie zou dat ook willen?
  • Wie denkt dat ook?
  • Wie heeft er een ander antwoord?

Mijn mening

Ik ben van mening dat het wél laten opsteken van vingers niet slechter is, maar ook niet beter. Tijdens mijn lessen probeer ik altijd zoveel mogelijk te variëren: wel vingers opsteken, niet de vingers opsteken, wisbordjes, het beurtenbakje, activerende en coöperatieve werkvormen. Door veel variatie aan te brengen in mijn lessen vergroot ik de motivatie en betrokkenheid van mijn leerlingen. Laat dit blogartikel je inspireren om ook veel variatie in jouw lessen aan te brengen.

1 reactie

  1. […] Dit blogartikel is eerder gepubliceerd op Onderwijswereld-PO. […]

Laat een reactie achter