Executieve functies in de klas
Door Chantal: Executieve functies hoor je de laatste tijd veel in het onderwijs. Het is terecht dat het de laatste tijd veel aandacht krijgt, maar wat is het nu precies. Welke functies zijn er en wat kun je er mee in je dagelijkse praktijk.
Denkspellen
Vanmiddag kwamen de denkspellen in de klas. Een flinke hoeveelheid van verschillende spellen alleen of samen. Een mooie manier om te observeren en vooral ook in gesprek te gaan met de leerlingen. Het is mooi om alleen al de verschillende manieren van aanpak te zien. Het ene groepje gaat eerst het boekje lezen en kijkt wat ze nu precies met het materiaal moeten doen. Terwijl het andere groepje begint met wat ze denken dat ze moeten doen. Op het moment dat je een andere versie van het spel uitlegt, haakt de ene leerling af en gaat haar eigen gang, terwijl de ander alleen maar gemotiveerder is in het spelen van het spel zoals beschreven staat.
Voorbeeld:
Een leerling gaat al aan het werk tijdens je instructie en mist hierdoor belangrijke informatie om de taak naar behoren af te ronden.
Executieve functies
Executieve functies zijn de regel- en aansturingsfuncties van de hersenen. Je hebt ze nodig in je dagelijkse praktijk, maar vooral bij het leren op school. De executieve functies staan niet op zichzelf, maar hebben invloed op elkaar en werken met elkaar samen. Zonder goede executieve functies kan een leerling zijn intelligentie niet optimaal inzetten. Executieve functies zijn lastig eenduidig te definiëren, doordat zij meerdere verschillende deelfuncties omvatten. In verschillende theorieën worden de executieve functies uitgesplitst in 4 – 15 vaardigheden. Zelf werk ik met ‘Wijzer in executieve functies’ die een onderscheid maakt in 7 vaardigheden. Deze zal ik hieronder verder toelichten.
Voorbeeld:
Een leerling raakt steeds afgeleid door de leerkracht die op dat moment een verlengde instructie aan het geven is en krijgt hierdoor zijn werk niet af waardoor hij de inoefening mist die hij nodig heeft.
Metafoor
‘Wijzer in executieve functies’ legt aan de hand van het besturen van een boot de vaardigheden uit die door middel van symbolen worden uitgelegd.
1. Inhibitie is het anker. Deze staat symbool voor de rem op je gedrag. Eerst nadenken voor je actie onderneemt. Ook helpt het bij het niet reageren op afleidende prikkels.
2. Het werkgeheugen wordt als landkaart afgebeeld. Een sterk werkgeheugen zorgt er voor dat je informatie goed kan vasthouden en deze kan bewerken tijdens het uitvoeren van taken. Kinderen maken hierbij gebruik van hun eerdere ervaringen en al aanwezige kennis.
3. Planning en organisatie helpen je bij het maken van een plan en het ook daadwerkelijk uitvoeren daarvan. Het symbool daar hiervoor wordt gebruikt is het kompas. Met het kompas zet je je koers uit en probeer je je koers te behouden.
4. Taakinitiatie wordt uitgelegd door middel van de schroef voor de boot. Het op tijd en op efficiënte manier aan een taak beginnen.
5. Emotieregulatie is de toerenteller.
6. Flexibiliteit in het makkelijk kunnen overstappen van de ene naar de andere taak of het gemakkelijk herzien van je plannen. Het roer symboliseert deze vaardigheid. Het is op bepaalde momenten nodig om het roer om te gooien en flexibel te zijn.
7. Metacognitie is de kapiteinspet. Bij het reflecteren op je eigen handelen en de situatie waarin je je bevindt zijn zelfmonitoring en zelfevaluatie van belang. Dit kun je doen door de kapiteinspet op te zetten en even afstand te nemen. Evalueren op het proces om daar in de toekomst profijt van te hebben.
Eigenaarschap
Iedere dag staat bij mij en de leerlingen het eigenaarschap centraal. Leerdoelen formuleren mbt rekenen, taal en spelling, maar ook bij het ontwikkelen van executieve functies is het van belang om de leerlingen eigenaarschap te geven. De leerling te betrekken bij zijn eigen leerproces. Door de metafoor te gebruiken, kun je de executieve functies ook heel makkelijk aan een kind uitleggen en visueel maken.
In de praktijk
Executieve functies ontwikkelen zich op verschillende leeftijden. Het merendeel van de functies ontwikkelt zich door tot in de volwassen leeftijd. Als je je hier meer van bewust bent, weet je ook beter wat je wel en niet van je leerlingen kunt verwachten.
Er zijn 3 manieren om aan de executieve functies te werken:
1. Als leerkracht pas je de omgeving of taak aan, zodat bepaalde executieve functies kunnen worden verbeterd of gecompenseerd. Je kunt hierbij denken aan het gebruiken van vaste routines en het inzetten van een stappenplan)
2. Leerlingen motiveren of uitdagen tot het gebruik van executieve functies door hen te belonen, inspraak te geven, gerichte feedback te geven, etc.
3. Executieve functies apart aanleren. Hierbij staat de leerkracht model en kun je middels bijv een denkspel de vaardigheid inoefenen. Maar de koppeling naar de dagelijkse praktijk is daarbij natuurlijk ook van belang.
Begeleiding
Wil je als school begeleid worden in het werken met executieve functies? Onderwijswereld-PO biedt daar een gevarieerd pakket voor aan. Neem hiervoor een kijkje op onze workshop pagina. Mocht je meer vragen hebben, bel of mail gerust!