Bewegend leren: wat is het doel?
Door Sylvia: Wat een leuke reacties kreeg ik van jullie op mijn eerste blog! Ik las veel enthousiasme voor het onderwerp bewegend leren, maar ik zag ook veel vragen. Een paar van die vragen gingen over hoe je bewegend leren nuttig inzet op je school. Goede vraag! En natuurlijk de basis van alles. Daarom wil ik in dit blog meer aandacht aan dit onderwerp besteden. Belangrijk hierbij is natuurlijk het doel. Want met welk doel zet je bewegend leren in?
Doel 1: verhoogde hartslag
In mijn vorige blog heb ik beschreven waarom ik ervoor kies om ’s ochtends met de kinderen naar buiten te gaan, nog voor ik begin met mijn lessen. In een notendop een samenvatting: als je hartslag voor minimaal 20 minuten omhoog gaat, kun je tot 2 uur daarna beter lesstof opnemen. Bij het bewegen buiten heb ik dus een duidelijk doel voor ogen: ik wil een verhoogde hartslag. Binnen is dit wat lastiger te realiseren, omdat ik kinderen in de klas niet zoveel rondjes kan laten rennen. Natuurlijk kun je ook binnen intensief bewegen, maar soms heb ik andere doelen. Lees maar mee!
Doel 2: automatiseren
Bewegend leren wordt vaak in 1 adem genoemd met automatiseren. Dat is logisch, want daar is het ook uitermate geschikt voor. Dit heeft wederom te maken met de werking van je hersenen: je kan namelijk maar over 1 ding tegelijkertijd nadenken. Zelf merk je dat misschien als je aan het autorijden bent: op de snelweg kan je best kletsen met diegene die naast je zit, maar zodra je een drukke stad in rijdt die je niet zo goed kent, verlies je de aandacht op het gesprek en gaat je aandacht naar de weg. Dit werkt volgens exact hetzelfde principe als wat we doen tijdens het automatiseren: we zijn namelijk gewoonweg niet in staat om over meerdere dingen tegelijkertijd na te denken. Gelukkig doen we wel heel veel automatisch: we kunnen prima lopen, praten, ademhalen, eten, drinken en nog veel meer zonder erbij na te denken.
Bij automatiseren (eigenlijk heet dit natuurlijk memoriseren) willen we graag zien dat kinderen bepaalde stof uit hun hoofd kennen. Laten we even de tafels als voorbeeld noemen: op een gegeven moment moeten kinderen de tafels leren en dan willen we graag dat die gememoriseerd zijn. Dat betekent dat kinderen de tafel kunnen opzeggen, zonder erover na te denken.
Als jij wil weten of kinderen deze tafel echt gememoriseerd hebben, dan kun je dit controleren door ze een moeilijke (complexe) beweging te laten uitvoeren. Twee keer je voet aantikken met je linkerhand, een keer je voet aantikken met je rechterhand en dan in je handen klappen bijvoorbeeld (en deze reeks herhalen terwijl de kinderen de tafel opnoemen). Je zult zien hoeveel kinderen stoppen met bewegen om de tafel af te kunnen maken. Op het moment dat dit gebeurt weet ik genoeg: dit kind heeft de tafel niet gememoriseerd en moet nog flink aan de slag.
Doel 3: executieve functies
Zodra je gaat bewegen, train je je executieve functies. Ik denk dat iedereen wel weet wat executieve functies zijn, maar anders raad ik je aan om even rond te neuzen op deze website: je kunt hier een heel leuke, leerzame en nuttige e-learning over executieve functies volgen. Kinderen hebben hun executieve functies hard nodig tijdens het leren, dus als je echt niet weet waar ik het over heb, dan zou ik zeker eens naar die cursus kijken. Ook hiervan een heel snelle uitleg: executieve functies (11 verschillende in totaal) zijn vaardigheden zoals onder andere het kunnen plannen van je werk, je emoties kunnen reguleren, willen en kunnen doorzetten (ook als het moeilijk wordt) en je werk kunnen afronden voor je aan iets nieuws begint. Vaardigheden die je in de klas dus regelmatig gebruikt.
Tijdens het bewegen leg je allerlei verbindingen aan in je hersenen. Hierdoor train je automatisch de executieve functies. Deze verbindingen zorgen ervoor dat je executieve functies namelijk vaardiger worden, zonder dat je daarvoor opdrachten (bijvoorbeeld rondom de functie plannen) hoeft te doen. Wil je meer leren over bewegend leren in combinatie met executieve functies, dan is mijn workshop op HET congres Executieve Functies een aanrader!
Doel 4: concentratie
Er zijn allerlei onderzoeken gedaan over de concentratie die vooruitgaat wanneer kinderen tussendoor bewegen en wat er gebeurt als je te lang zit (je hersenfuncties gaan met 25% achteruit wanneer je langer dan 20 minuten zit). Dit is natuurlijk belangrijk om in de gaten te houden. Echter: uit deze studies blijkt niet helemaal of die concentratie nou komt door het even iets anders doen, of door het bewegen. Even tekenen kan dus net zo goed werken als een Energizers tussendoor. Ik wil alleen graag dat kinderen ook tijdens mijn lessen geconcentreerd blijven en omdat een rekenles al gauw 45 minuten duurt, gooi ik er tussendoor een beweegactiviteit in. Tijdens deze activiteit zijn we gewoon bezig met de lesstof, waardoor het geen onderbreking van de les is, maar een toevoeging op de les.
Doel 5: motorische vaardigheid
Deze bovenstaande doelen zijn kort de 4 doelen die er voor mij uitspringen tijdens het bewegend leren. Natuurlijk doe ik het ook omdat kinderen het leuk vinden, maar dat is nooit mijn hoofddoel. Wat voor mij wel een doel op zich kan zijn, is doel 5: de motorische vaardigheid trainen. Dit combineer ik echter altijd met een van de andere genoemde doelen. De motorische vaardigheid kan namelijk ook getraind worden tijdens het automatiseren of tijdens het verhogen van de hartslag (en verbetert natuurlijk altijd wanneer je beweegt). In mijn klas probeer ik veel aan balans te werken, omdat ik zie dat kinderen hier meer moeite mee hebben dan vroeger en omdat je dit makkelijk in de klas kan oppakken, maar deze balansactiviteiten koppel ik dus ook altijd aan een ander doel. De activiteit die ik uitkies om te doen, hangt dan alleen wel samen met mijn motorische doel.
Terug naar de vraag: “Hoe zet je bewegend leren goed in op school?”
Bovenstaande doelen zijn belangrijk voor het beantwoorden van deze vraag. Ik denk dat je altijd moet kijken naar wat je uiteindelijk doel is. Niet alleen als leerkracht, maar ook binnen je team: willen jullie hogere leeropbrengsten, willen jullie dat stof beter gememoriseerd wordt, willen jullie werken aan executieve vaardigheden? Als je die vragen kunt beantwoorden, kun je bepalen welke activiteiten daarbij passen en hoe je dag eruit ziet. En ik weet het: deze vragen liggen erg dicht bij elkaar. Toch is het goed om met elkaar te praten over waar jullie focus ligt, hoe jullie de dagen dan voor je zien en wat daarvoor nodig is. Stap 1 van het maken van een plan is dus: weten wat je doet en waarom je het doet. Daarna kun je allerlei activiteiten gaan bedenken en gaan inzetten in je groep.
Als laatste…
Mocht je het spannend vinden om leertijd om te zetten in beweegtijd: wees gerust. Uit alle studies die gedaan zijn bleek telkens weer dat bewegend leren nooit tot slechtere resultaten leidt, ondanks dat je minder tijd over houdt voor je rekenen/spelling/taal/begrijpend lezen/zaakvakken enzovoorts. Een opluchting toch? Wil jij ook aan de slag morgen? Hieronder een aantal beweegactiviteiten die je altijd kunt doen, met daarachter het doel wat ik voor ogen heb wanneer ik deze activiteiten zelf inzet.
Sneeuwballengevecht (motorische vaardigheid (mikken), verhogen concentratie)
Een leuke activiteit die je kunt doen nadat de kinderen aan een werkblad hebben gewerkt. Na het werken aan een werkblad is beweging vaak wel nodig! De kinderen maken van hun werkblad een prop papier en met die prop gaan ze een sneeuwballengevecht houden. Als je goede afspraken maakt (maximaal 1 minuut gooien, of maximaal 6 keer gooien en dan gaan zitten), dan valt het met de chaos uiteindelijk wel mee ;-). Na een stopteken van de leerkracht pakken de kinderen een werkblad van de grond, kijken dit blad na en schrijven iets leuks op voor hun klasgenoot. Vervolgens mogen ze het blad terug geven aan de juiste klasgenoot.
Dicteejoggen (verhogen hartslag, verhogen concentratie)
Net als bij het maken van een werkblad is een dictee vaak iets wat de kinderen zittend maken. Daarna mag er dus wel weer even actie in de klas. Zodra je bij de kinderen een dictee hebt afgenomen (en eventueel besproken), laat je de kinderen achter hun tafel staan. Vervolgens gaan ze joggen op de plek. Tijdens het joggen verdelen de kinderen de woorden in klankgroepen. Bij de verdeling tussen twee klankgroepen mogen de kinderen hun handen in de lucht doen (“de lucht aantikken”). Tussendoor blijven ze continu joggen.
Tafeljoggen (verhogen hartslag, automatiseren, verhogen concentratie)
Tip voor iedereen die Gynzy gebruikt: tafeljoggen! Tijdens het joggen op de plek flitsen er steeds tafels voorbij op het Digibord waar de kinderen het antwoord van noemen. Tussendoor komen er nog allerlei bewegingen langs, zoals onder een brug door lopen of een rondje draaien. Complex bewegen dus.
Hopelijk kun je hier mee aan de slag. Mocht je vragen hebben, stel die dan. Hoewel ik niet op alle berichtjes persoonlijk reageer, lees ik ze wel allemaal. Wie weet gaat mijn volgende blog over jouw vraag. Ik denk graag met je mee!
Dag Sylvia,
Ik ben voor onze school in kaart aan het brengen in hoeverre bewegend leren effectief is voor leerlingen met een TOS. Nu zie ik in jouw blog heel veel waardevolle informatie, waarin je verwijst naar onderzoeken. Ik mis echter de literatuurverwijzingen. Kunt u wellicht aangeven op welke onderzoeken uw conclusies gebaseerd zijn? Het zou voor mij een erg mooie aanvulling zijn.
Alvast bedankt!
Hoi Inge,
Goed dat je met dit onderwerp bezig bent! De informatie heb ik uit de boeken van Erik Scherder, Marijke van Vuure, de resultaten van het onderzoek van Fit & Vaardig en uit deze artikelen:
https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/?file=3678&m=1422883370&action=file.download
https://www.mieras.nl/schrijven/buitentijd-leertijd/
Groetjes,
Sylvia
Enorm bedankt voor uw reactie!