Bewegend leren: ook tijdens je LIO

Door Marije: De eerste acht weken van het schooljaar zitten erop. Op het moment dat ik dit schrijf, ben ik aan het genieten van een weekje vakantie. De week vóór de vakantie was mijn stageweek. Hierin heb ik vijf volledige dagen gedraaid. In deze blog neem ik je mee in mijn ervaringen van deze week en de activiteiten rondom spelend en bewegend leren die ik de afgelopen tijd heb gedaan.

De stageweek

Deze stageweek was mijn eerste week die ik volledig zelfstandig draaide. Het was een geweldige week waarin ik zo ontzettend veel heb geleerd! Het voelde heerlijk om een week lang mijn eigen ding te kunnen doen. Aan het begin van de week was het voor mij duidelijk waar ik de hele week met de kinderen aan ging werken. Het is fijn om langer dan twee dagen vooruit te kunnen kijken. We begonnen toevallig aan het nieuwe blok van rekenen. Ik heb nu een goed beeld van de kinderen die uitvallen op het splitsen of die juist heel erg sterk zijn in het splitsen. Na de vakantie kan ik doorgaan op wat ik voor de vakantie met de kinderen heb opgebouwd.

Woorden lezen

Elke dag van de week werd net weer een beetje beter dan de vorige dag. Ik kon als leerkracht goed aan de kinderen wennen, maar de kinderen konden ook goed aan mij wennen. Je merkt dat het toch een verschil is of er van leerkracht gewisseld wordt of niet. Doordat ik er de hele week was, ervoer ik een rust. Er was veel speling mogelijk wanneer een les niet af zou zijn. Hier werd ik zelf meer ontspannen van. Dit straal je dan natuurlijk ook weer uit naar de kinderen. Kortom, het was een enorm gezellige week waarin veel ruimte was voor gezelligheid en grapjes.

Voor alle LIO’ers: Als je de kans krijgt om een week lang zelfstandig voor de klas te staan, doe het! Je krijgt er zoveel moois voor terug. Ik heb het echt anders ervaren dan mijn twee dagen per week.

Bewegend leren

In de afgelopen weken heb ik veel kunnen doen met betrekking tot het bewegend leren. Ik ben regelmatig samen met mijn collega en haar klas naar buiten gegaan om samen een leuke activiteit te doen. Hieronder zal ik een aantal voorbeelden noemen om je te inspireren. Veel activiteiten kan je ook heel gemakkelijk aanpassen naar het niveau van jouw groep. Dit kan van groep 1 t/m 8.

Lezen en spelling: Zweedsloopspel

Woorden schrijven

Doel: De kinderen lezen en spellen woorden met de bekende letters.

Over het hele plein hebben we blaadjes opgehangen met woorden erop (zie foto hierboven). We hebben tweetallen gemaakt met de kinderen uit de twee verschillende klassen. Elk tweetal krijgt een krijtje. Samen zoeken de kinderen een plekje uit op het plein om een cirkeltje te tekenen waar één kind in kan staan. Nummer 1 rent over het plein, op zoek naar een woord. Als het woord gevonden is moet dit gelezen worden. Daarna rent nummer 1 terug naar de cirkel waar nummer 2 staat. Nummer 2 moet vervolgens het gelezen woord gaan opschrijven rondom de cirkel. Daarna wisselen nummer 1 en 2 om van rol.

De kinderen vonden het echt ontzettend leuk om te spelen! Ze waren heel actief bezig met het rennen, maar deden ook goed hun best om de woorden correct op te schrijven. Bij dit spel zijn ontzettend veel variaties te bedenken. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Rekenen: Keer- of deelsommen die gelezen moeten worden en door de ander uitgerekend.
  • Taal/schrijven/spelling: Nummer 1 leest het woord, nummer 2 noteert de eerste/laatste letter.
  • Rekenen: Een getal dat geturfd moet worden door de ander.
  • Spelling: Een bepaalde categorie die je wil oefenen met het schrijven.

Rekenen: Springspel

Springspel hoepels

Doel: De kinderen tellen door vanaf een bepaald getal tot en met 25. De kinderen turven getallen onder de 25.

Bij deze activiteit werkt ieder kind voor zichzelf. Op het plein liggen drie hoepels achter elkaar in een rij. Voor de hoepels staat een bak met getalkaartjes. Elk kind pakt één getalkaartje. Het kind telt per hoepel één getal door. Het laatste getal dat genoemd is, moet worden geturfd achter de lijn achter de hoepels. Klaar? Loop langs de zijkant terug en pak een nieuw kaartje.

Voorbeeld: Het kind pakt een kaartje met getal 14. In de eerste hoepel noemt hij 15, tweede hoepel 16 en de derde hoepel 17. Nu heeft hij drie getallen doorgeteld. Het laatst genoemde getal is 17. Dit getal gaat hij turven achter de lijn.

TIP: Leg verschillende rijen met hoepels naast elkaar, zodat er meerdere kinderen tegelijk kunnen springen.

Rekenen: Steen, papier, splits

Steen, papier, splits

Doel: De kinderen oefenen met de splitsingen van 5.

De kinderen lopen door elkaar met hun hand omhoog. Ze geven één iemand een high-five. In dit tweetal wordt steen, papier, splits gespeeld. Het werkt exact hetzelfde als steen, papier, schaar, maar dan met het splitsen van het getal 5. De kinderen moeten samen met hun vingers 5 krijgen. Elk kind mag per ronde zelf bepalen hoeveel vingers hij/zij wil opsteken. Wanneer er samen 5 gevormd is, lopen de kinderen door naar het volgende kind.

Mijn kinderen waren super enthousiast om dit spelletje te spelen. Ze hadden eigenlijk niet door dat ze super veel aan het rekenen waren. Ze spelen dit spelletje ook regelmatig buiten de lessen om. Foto 4: ‘Springspel turven’

 

 

Ben je blij met onze website? Via Onderwijswereld-PO.nl kun je bestellen bij Bol. Geeft ons een kleine commissie, terwijl het jou niks extra kost ?

Schoencadeaus (NL)Schoencadeaus (NL)

 

1 reactie

  1. Clara op 8 december 2019 om 18:00

    Super leuke spellen! Heb je deze zelf bedacht?

Laat een reactie achter