Bewegend leren implementeren – een kritische noot

Door Sylvia: Het is de tijd van afstuderen en dat merk je ook op het internet. Binnen de Facebookgroepen van Onderwijswereld-PO zie je veel studenten die vragen of leerkrachten hun mening/ervaring willen delen over allerlei onderwerpen. Zo ook over bewegend leren (implementeren). Een paar studenten vroegen collega’s een aantal dingen over bewegend leren en voornamelijk hoe je dat in scholen implementeert. Hier heb ik eerder wel eens wat over geschreven, maar aan reacties zag ik dat veel collega’s met deze vragen worstelen. Vandaar nog een keer een blog over dit onderwerp, maar dit keer wat uitgebreider (en wat kritischer 😉 ).

Vaardigheden als leerkracht

Een vraag die veel voorbijkomt gaat over welke vaardigheden je als leerkracht nodig hebt om aan de slag te kunnen met bewegend leren. De vraag die daarbij ook direct gesteld wordt is wat valkuilen zijn. Ik denk dat deze twee aspecten samengaan. Wat ik veel zie, is dat leerkrachten super enthousiast aan het werk gaan. Dat is een vaardigheid die je natuurlijk moet hebben, maar het is ook direct een valkuil. Met veel enthousiasme, verdwijnt namelijk soms een kritische blik. En laat dat nou ook een van de vaardigheden zijn die je moet bezitten.

Scholing

bewegend leren implementeren

Wanneer je kiest om als school een nieuwe manier van werken in te voeren (bijvoorbeeld tweetalig onderwijs), dan doe je dat niet binnen een week en je start er ook niet direct mee omdat je een filmpje hebt gezien op internet waarin het er zo leuk uitzag. Je laat je goed scholen door een professional. Dit geldt natuurlijk net zo wanneer je het bewegend leren schoolbreed wil inzetten. Je zal praktische dingen moet bespreken met je team: wat is bewegend leren voor jullie (is handen zwaaien genoeg beweging, of vinden jullie wat anders?), hoeveel tijd besteden jullie daar ongeveer aan per dag, waar halen jullie materiaal vandaan en nogmaals: waarom doen jullie dit? Als het enige antwoord is “omdat de kinderen het leuk vinden”, dan kun je jezelf de vraag stellen of je niet liever spelend gaat leren met kinderen. Dit is een heel andere vorm van onderwijs. Ik zie veel scholen die zelf starten, maar waar het niet van de grond lijkt te komen. Het zijn vooral individuele leerkrachten die er handigheid in krijgen, enthousiast zijn en verder werken en gefrustreerd raken omdat de rest niet mee wil. Maar hoe realistisch is het om te verwachten dat je als school kan zeggen: “Wij doen aan bewegend leren” zonder dat de theorie duidelijk is, er een fatsoenlijke scholing is geweest en iedereen weet wat er wordt bedoeld met bewegend leren?

Ik zie veel scholen met bovenstaande zaken worstelen. Wanneer je alles alleen moet doen, kost het veel meer tijd dan wanneer je hier hulp bij krijgt. Voor collega’s die nog onzeker zijn over het bewegend leren kan het ook ontzettend helpen als iemand mee kijkt en helpt bij de uitvoering.

Want die uitvoering…

Zoals ik al zei: voor sommigen is bewegend leren iets wat ze heel makkelijk toepassen. Die zien een bal en weten meteen 10 activiteiten die je daarmee kunt doen. Er zijn ook collega’s die het wat minder zien zitten. Je kan natuurlijk niet van iedereen verwachten dat ze dezelfde vaardigheden hebben op dit gebied. Dat doe je bij bijvoorbeeld je muzieklessen ook niet. Daar zal de een ook meer op weg geholpen moeten worden dan de ander. Gelukkig zijn er voor muziek veel methodes die kunnen helpen, voor bewegend leren zijn die er minder. Wat er wel zijn, zijn veel suggesties op internet. Pinterest, Facebook, Instagram: het staat vol met activiteiten! Ook bij deze ideeën blijf ik echter benadrukken: wees kritisch. Natuurlijk is het leuk om kinderen te laten rennen van de ene kant van het plein naar de andere kant (en daar iets op te laten schrijven, of neer te laten leggen), maar is dat echt de enige vorm die je toepast? Want hoewel de beweging natuurlijk optimaal aanwezig is, zit er weinig leren in. Wanneer kinderen na 10 minuten rennen 5 woorden hebben geschreven, kun je je afvragen of je je doel hebt behaald. Ditzelfde geldt voor bijvoorbeeld het maken van een koprol en ondertussen een woordje noemen: in hoeverre sluit de activiteit aan op de doelen die jij hebt? En bij het gebruik van materiaal: heb je echt al die spullen nodig? Hoe vaak gebruik je ze, is het de moeite van het voorbereiden waard of kost het meer tijd dan dat het iets oplevert? Blijf dus altijd goed bepalen: wat is mijn doel, hoe ga ik die bereiken en welke werkvorm past daarbij?

bewegend leren implementeren

Andere vaardigheden

Natuurlijk hoef je niet alleen maar kritisch te zijn. Wanneer je aan de slag gaat met bewegend leren, zullen er ook wat organisatorische vaardigheden van je gevraagd worden. Net als bij een knutselles is voorbereiding belangrijk: heb je alle materialen die je nodig denkt te hebben? Ook is het handig als je van tevoren weet wat je van je leerlingen verwacht en dit naar ze uitspreekt. Bang dat kinderen onrustig worden? Ik kreeg ooit een gouden tip: laat de kinderen na de activiteit zitten aan hun tafel met hun ogen dicht en tel rustig van 10 naar 1. Daarna mogen ze hun ogen opendoen en ga je weer door met de orde van de dag. Werkt perfect!

Het helpt ook wanneer je met kinderen in gesprek blijft. Wat werkt voor hun goed? Welke activiteiten dragen bij aan het leren, welke minder? Hoe kan het beter? Vooral in de bovenbouw kunnen kinderen dit heel goed aangeven, maak hier gebruik van!

Welke vakken

Als je bovenstaande goed op orde hebt (je hebt je doelen helder, je weet welke activiteiten erbij passen en hoe je de klas moet helpen bij de activiteiten), dan kun je aan de slag. Vaak hoor ik collega’s zoeken naar manieren om instructie te geven middels bewegend leren. Weet dat dit niet gaat. Bewegend leren leent zich uitstekend om stof te automatiseren, om kinderen weer even ‘aan’ te krijgen na lang stil zitten en om de concentratie te verhogen, maar niet om nieuwe stof op te nemen. Als je met deze vraag bezig bent, wil ik je toch weer aanraden om die scholing nog eens goed te bekijken. Weet wat de theorie achter het bewegend leren is.

Als je je theorie helder hebt, dan weet je ook dat bewegend leren bij alle vakken past. De verwerking of inleiding van je les kan altijd bewegend plaats vinden. Veel activiteiten zijn voor meerdere vakken van toepassing. Zoals bijvoorbeeld het lijnenspel. Simpel, effectief en voor elk vak geschikt!

Lijnenspel

Zet 2 lijnen uit tegenover elkaar, met ongeveer 6 meter tussenruimte. De ene lijn is de ‘waar’ lijn en de andere is de ‘niet waar’ lijn. Deze activiteit kan ook in de klas uitgevoerd worden, gebruik dan je zijdes van je klaslokaal. Mocht je de activiteit in de klas uitvoeren, dan zou ik hem wel lopend laten uitvoeren in verband met de veiligheid. Buiten kan natuurlijk gerend worden!

Vervolgens noem je een stelling. De kinderen bedenken of die stelling waar of niet waar is en lopen/rennen naar de juiste lijn. Je kunt denken aan stellingen als:

  • 50% is de helft van 100%
  • 4 + 7 = 12
  • 1 dl is hetzelfde als 1 kubieke meter
  • Het voltooid deelwoord van hinkelen, eindigt op een d
  • Krab schrijf je met een p
  • De hoofdstad van Noord-Holland is Haarlem
  • De tweede wereldoorlog duurde 6 jaar
  • Een lidwoord kan bijvoorbeeld het woord ‘voor’ zijn
  • In de zin “ik ren naar de overkant” is “ik” het onderwerp
  • Bij een instructietekst vraag ik mezelf af of ik iets moet doen
  • De klank ‘au’ kan je op twee manieren schrijven

Je ziet, voor alle vakken inzetbaar!

bewegend leren implementeren

Dus…

Een kritische blog dit keer, waarin ik vooral duidelijk wil maken dat we niet te makkelijk moeten denken over het bewegend leren. De voorbeeld vakken die ik noem (knutselen, muziek) zijn ook vakken waar sommige collega’s van genieten en die andere juist graag overslaan. Elke leerkracht doet wel eens iets wat niet binnen zijn of haar comfortzone ligt. Geef die leerkrachten de tijd om te leren, te ontdekken en bij te stellen. Begin klein, zorg voor voldoende begeleiding en zorg dat je helder hebt waarom je de dingen doet die je doet. “Omdat het leuk is”, is voor deze leerkrachten niet genoeg (en zou ook voor de andere leerkrachten niet genoeg moeten zijn). “Omdat het bijdraagt aan ontwikkeling van executieve functies, omdat kinderen leren samenwerken, omdat na een verhoogde hartslag makkelijker leerstof wordt opgenomen, omdat de concentratie hoger wordt…”: dat helpt ze wel de streep over om toch die werkvormen toe te passen, waar ze eigenlijk een beetje tegenop zien.

Mocht je als school vragen hebben, mag je die altijd in de reacties plaatsen. Ik help jullie graag met het maken van weloverwogen keuzes!

2 reacties

  1. Demi op 5 november 2020 om 15:48

    Hallo,

    Een duidelijk stukje geschreven. Ik vraag mij echter wel af: Op welke bronnen baseer je deze leerkrachtvaardigheden die nodig zijn?
    Logisch denken uiteraard, maar zijn er ook bronnen die je verhaal hierin ondersteunen?

    • Sylvia op 5 november 2020 om 16:11

      Hoi Demi,

      Goede vraag! Wat betreft de theorie achter het bewegend leren zelf; daar zijn bronnen voor ja. Het leerkrachtgedrag wat ik omschrijf is deels gebaseerd op ervaringen, deels op de theorie. Het helder hebben van je doelen bijvoorbeeld, komt voort uit theorie. In een andere blog vertel ik over verschillende doelen die je kunt hebben bij bewegend leren, het is belangrijk dat je als leerkracht weet welke doelen er zijn en welke jij wil bereiken met je les (hartslag verhogen, werken aan memoriseren of concentratie vergroten vragen bijvoorbeeld andere activiteiten).

      De ervaring die ik heb, is dat leerkrachten deze doelen die altijd helder hebben en met het bewegend leren dus “maar wat doen” (dat is te kort door de bocht natuurlijk, maar je snapt vast wat ik bedoel).

      Mocht je meer vragen hebben, hoor ik het graag!

      Groetjes,
      Sylvia

Laat een reactie achter