Denksleutels in de klas
Door Chantal: Hoe kun je verrijking bieden in je klas passend bij de stof die je aan het aanbieden bent? Eén manier daarvoor is het inzetten van denksleutels in de klas. Deze kun je gebruiken in de plusklas, reguliere klas, klassikaal, met een klein groepje, etc. Niet alleen voor de hoog- of meerbegaafde kinderen, maar voor alle kinderen in te zetten om je les en/of thema te verrijken.
Out of the box
Op het moment dat ik deze blog schrijf, is het mijn laatste weekend van de zomervakantie. De klas is ingericht, de materialen liggen voor maandag klaar en ik bruis weer van de ideeën voor het komende schooljaar. Eén van de dingen waar ik voor de komende 10 weken (zo lang duurt ons eerste thema) al over na heb gedacht, zijn de activiteiten om het creatief denken te stimuleren. Het out of the box denken. Om dit te stimuleren zet ik de denksleutels in.
Wat zijn denksleutels?
Denksleutels zijn gebaseerd op The Thinker Keys van Tony Ryan (1998). Ze zijn bedoelt om kinderen tot creatief, analytisch en praktisch denken aan te zetten. Ze zijn te gebruiken voor alle kinderen op de basisschool, maar ook als startvraag of opdracht bij een teamvergadering of andere bijeenkomst op school. Er zijn in totaal 20 denksleutels ontwikkeld en bij ieder thema of les die je behandelt kun je verschillende sleutels inzetten. Als inleiding, verwerking of afsluiting.
Voorbeelden:
– Wat als….morgen de zon niet meer op zou komen? (Wat als – sleutel)
– Wat zou een astronaut NOOIT doen? (Nietus-sleutel)
– Bedenk bij iedere letter van het alfabet een woord dat past bij het thema Nederland. (Alfabet-sleutel)
– Je hebt voortaan 5 dagen in de week weekend en 2 dagen school. Bedenk argumenten om deze stelling aannemelijk te maken. (Lachwekkend-sleutel)
– Hoe kun je de fiets verbeteren? (VET-sleutel)
In de klas
Op mijn school werken we thematisch en ieder thema start ik dan ook met het bedenken van meerdere denksleutels. Ik probeer bij iedere denksleutel minimaal één vraag of activiteit te bedenken. Dit vind ik niet bij alle sleutels even makkelijk. Het is afhankelijk van de sleutel wanneer ik deze inzet. Sommige sleutels kun je als inleiding van een les gebruiken, terwijl andere sleutels een gehele les duren. Dit hangt af wat de opdracht of de vraag is. Over de vraag: ‘Wat als de zon morgen niet meer op zou komen?’ kunnen we zo een gesprek van een kwartier voeren. Als de opdracht bestaat uit het bedenken van een oplossing voor een bepaald probleem en we gaan een uitvinding bedenken en maken (uitvind-sleutel), dan heb je meer tijd nodig.
Antwoorden zijn altijd goed
Het is de bedoeling dat de kinderen buiten de kaders om gaan denken. Een antwoord kan dan ook niet fout zijn. Wanneer we een waardeoordeel aan het antwoord gaan geven, remmen je naar mijn idee het creatief denken juist af. Stel de kinderen open vragen wanneer ze een antwoord op één van de sleutels geven. Hoe zijn ze tot een antwoord gekomen. Ik sta vaak versteld van de antwoorden en de beredenering. Kinderen komen vaak met antwoorden waar ik zelf van te voren niet eens bij stil heb gestaan. Als leerkracht kan ik echt genieten van deze momenten en is het altijd verrassend hoe een gesprek of les dan kan verlopen.
Voorbeeld:
Vraag: ‘Wat zou een astronaut NOOIT in de ruimte doen?’
Antwoorden: ‘Een moord plegen, want anders heb je allemaal rondzwevende bloeddruppels in het ruimtestation’, ‘Het zwaartekrachtknopje van de wc vergeten in te drukken’ , ‘Nooit zonder ruimtepak naar buiten gaan in de ruimte.’
Wil je meer over denksleutels weten en/of op zoek zijn naar voorbeelden. Neem een kijkje op onderstaande website en scrol richting het einde van de pagina:
https://www.swvpo3006.nl/partners/wie-doet-wat/